Column Rudi Vranckx - "Heb ik een klein beetje een verschil gemaakt?"

12 november 2024

Is dit nu mijn laatste keer, mijn laatste tocht in het ­Midden-Oosten? Ik kan het moeilijk geloven. Ik wil er ook niet bij stilstaan, want de wereld blijft aan me trekken. Er zijn verhalen die moeten verteld worden. Zeker hier. De tenten trillen in de zon. Mijn pad slingert zich door het labyrint van een vluchtelingenkamp. De hitte geselt de vlakte van Shekhan in Noord-Irak. Ik ben op pad in Koerdisch gebied. Hier strekt zich ook het hartland van de Jezidi uit, de aanbidders van de pauw. Hun geloof is een soort mengeling van islamitische en christelijke elementen, maar toch vooral geïnspireerd op de Iraanse profeet Zoroaster. De Jezidi moeten zowat de meest vervolgde groep zijn in de geschiedenis van deze regio. Duivelaanbidders, scholden de extremisten van IS. De Jezidi hebben tientallen genocides overleefd.

Vijf jaar geleden liep ik hier rond met Basma, een gevlucht Jezidi-meisje. We zochten naar meisjes die ontvoerd werden door IS en verkocht als seksslavin. Hoe jonger, hoe hoger de prijs. Ik had niet kunnen vermoeden dat ik zoveel jaren later opnieuw dezelfde zoektocht zou moeten ondernemen. Ik heb een afspraak in het kamp met Kovan, een jonge Jezidi-vrouw van 23. Ze is hier pas enkele weken geleden aangekomen. Tijdens een nachtelijke raid van Koerdische vrouwelijke strijders werd ze bevrijd uit een kamp in de woestijn waar zo’n vijftigduizend IS-families leven. Jarenlang leefde Kovan daar verborgen in het kamp, onder een Arabische schuilnaam, samen met haar twee kinderen. 

Toen ze dertien was, werd ze ontvoerd door IS-strijders en per opbod verkocht

Kovan zit in het schemerduister van haar tent. Ze is alleen. Ze had zich voorgenomen om sterk te zijn, maar breekt al snel wanneer ze haar verhaal vertelt. Toen ze dertien was, werd ze ontvoerd door IS-strijders en bij opbod verkocht. “Ze namen ons mee en verkrachtten ons. We waren alleen maar seksslavinnen voor hen. Het waren jaren van vernedering. Wat hebben we hen misdaan? Ik kreeg daardoor twee kinderen.” En dan begint ze te wenen. Zoals zoveel lotgenoten wordt Kovan nu verstoten door de mannen in haar familie. Haar kinderen werden afgepakt. In deze wereld is voor dit soort meisjes geen toekomst. “Ik ben op zoek naar dromen”, snikt ze. Haar woorden snijden door mijn ziel.

Mahmoud, mijn tolk van vele oorlogen in deze regio is ook geschokt. Geld geven is maar een aalmoes die ons geweten sust. Maar hij kent een organisatie die meisjes als Kovan een toekomst probeert te geven. Enkele dagen later krijgen we al het verlossende antwoord. We hebben een safehouse, een schuiladres voor Kovan. Haar kinderen krijgt ze terug. Later zal ze naar Europa kunnen, want hier kunnen moeder en kinderen niet overleven.

Ik ben al 35 jaar lang reporter, mijn verhalen moeten de wereld dichter bij ons brengen. Heel af en toe kun je een klein steentje in de rivier verleggen, al was het maar voor één mens. Ik denk terug aan die steentjes in de rivier de afgelopen 35 jaar. Was het het waard? Heb ik een klein beetje een verschil gemaakt? Op het einde van dit jaar moet ik stoppen, het pensioen dwingt me ertoe. Maar ik kan toch niet stoppen met denken en voelen? Ik ben toch maar een mens in ontmoeting met anderen, in confrontatie met die wereld. Ik zal het missen. Daarom denk ik, hoop ik, dat ik nog een tijdje op pad zal gaan. En mijn verhalen zal kunnen vertellen. Want zoals Kovan, zoals ook iedereen in het ziekenhuis, blijf ik hopen. Zijn we niet allemaal op zoek naar nieuwe dromen?

Rudi Vranckx

Rudi Vranckx woont in Leuven, maar zit veel vaker als VRT-journalist in oorlogsgebieden. Hij zoekt altijd naar het verhaal achter de feiten. Eind 2024 gaat hij met pensioen.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 12 november 2024