Jeannine leeft op hoop. De lente komt eraan, binnenkort wil ze weer in haar tuin werken. “Die verwildert nu, want tuinieren is niets voor mijn man.”
Jeannine krijgt veel hulp van haar dochter. Twee achterkleinkinderen heeft ze intussen, een bron van vreugde. “Ik weet ook wat verdriet is”, zegt ze, terwijl haar ogen volschieten. “Onze zoon is tijdens een mountainbikerace neergevallen met een hartaderbreuk. Een plotse dood, veertien jaar geleden. Ik mis hem nog altijd.”
Werken in de tuin, tussen haar bloemen, brengt haar tot rust. “Ik neem een lichtgewicht tuinstoel mee naar de tuin. Dan snoei ik wat, rust wat, en snoei dan verder. Zo lukt het hopelijk de komende weken.”