“Nee, ik ben niet gevallen”, zegt Wivina wat later vanuit haar bed. Wat er wel gebeurd is, kan ze niet zeggen. Josée: “Wivina woont nu in een serviceflat, maar zal ze daarnaar kunnen terugkeren? Ik vrees van niet.” Maria: “Vorige week nam ik haar nog mee naar een komedie, daar geniet ze altijd zo van. Maar ze was niet meer mee met het spel. Misschien moeten we nu wel denken aan een woonzorgcentrum. Ze kan daar ook naar Blokken kijken.”
Maria (82) en Josée (73)
- spoed
Ze waken als engelen bij het bed van hun zus en schoonzus Wivina. Die wacht op een scan om te weten of haar heup gebroken is of niet. “Ik vond haar in bed deze ochtend, ze kon er niet meer uit.”
Josée kijkt bezorgd. Zal het wel goedkomen met haar schoonzus? “Ze heeft iets gekregen tegen de pijn, anders zou ze daar niet zo rustig liggen”, zegt Maria.
Elke dag gaat Maria langs bij haar oudere zus Wivina. En elke dag kookt ze voor haar, helpt ze met de afwas en zorgt ze voor de was en de strijk. “We denken dat ze ’s nachts gevallen is en toch nog in bed gesukkeld is, maar zij weet het zelf niet meer. Haar kop is er niet meer goed bij.”