Onderhoudsbehandeling voor eierstokkanker ook werkzaam bij andere patiëntgroepen

23 december 2019

Op 19 december werden er in het toonaangevende vakblad The New England Journal of Medicine twee studies gepubliceerd waaraan prof. dr. Ignace Vergote, diensthoofd gynaecologie en verloskunde in UZ Leuven, meewerkte. Het gaat om twee fase 3-klinische studies waarbij het effect van een bestaande onderhoudsbehandeling op de overlevingskans van verschillende groepen patiënten met vergevorderde eierstokkanker werd nagegaan.

 

 

 

 

 

 

Afbeelding van de baarmoeder en eierstokken

Studies tonen aan dat onderhoudsbehandeling met PARP-remmers ook effectief is bij patiënten zonder afwijking in BRCA-gen.

 

 

 

 

 

In UZ Leuven worden er jaarlijks zo’n 120 patiënten met nieuw gediagnosticeerde eierstokkanker behandeld. Ongeveer 30 procent van de patiënten heeft een afwijking in het BRCA1- of BRCA2-gen in de tumor. Na de eerste behandeling met een operatie en chemotherapie, bestaat de nog niet terugbetaalde onderhoudsbehandeling voor hen uit zogenaamde ‘PARP-remmers’. Die blokkeren de natuurlijke DNA-herstelmechanismes van kankercellen, waardoor de fouten in het DNA zich opstapelen en de tumor stopt met groeien en geleidelijk aan afsterft. Tot nu toe waren er alleen bij patiënten met een BRCA1- of BRCA2-mutatie indrukwekkende resultaten bekend.

In twee recente fase 3-studies, bekend als ENGOT-ov26/PRIMA en ENGOT-ov25/PAOLA-1, werd aangetoond dat PARP-remmers ook positieve effecten hebben op de overlevingskans van patiënten zonder BRCA-afwijkingen. De PRIMA-studie bevestigde dat de PARP-remmer niraparib de ziektevrije overleving niet alleen verlengt bij patiënten met BRCA-mutaties, maar ook bij een andere groep patiënten met verminderd DNA-herstel (homologe recombinatiedeficiëntie). Hierdoor komt meer dan de helft van de patiënten met eierstokkanker in aanmerking voor een behandeling met een PARP-remmer.  Uit de PAOLA-1-studie bleek dat de overlevingskans bij dezelfde patiëntengroepen ook sterk verhoogd wordt wanneer de PARP-remmer olaparib gecombineerd wordt met een middel dat de groei van bloedvaten onderdrukt (bevacizumab).

Terugbetaling uitbreiden

Bij alle patiënten waren de nevenwerkingen van de PARP-remmers relatief mild en aanvaardbaar, waardoor de behandeling goed verdragen werd. Er kunnen nu de nodige stappen ondernomen worden om de terugbetaling uit te breiden naar patiënten met een nieuwe diagnose van eierstokkanker en een  afwijking in de BRCA-genen of een homologe recombinatiedeficiëntie. 

Lees de gepubliceerde PRIMA- en PAOLA-studies.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 24 januari 2020