Overgewicht bij kinderen

12 mei 2023
Een kwart van de kinderen tussen 2 en 4 jaar heeft overgewicht: dat zijn confronterende cijfers. Waarom wordt het ene kind dik en het andere niet? En hoe kun je het tij nog keren als je kind zwaarlijvig is?

Zes op de tien Belgen heeft overgewicht of obesitas, zo leert het laatste rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2022). En die zwaarlijvigheid begint soms al op jonge leeftijd. “Ach, een dikkere peuter of kleuter groeit er vanzelf wel uit”, zegt de volksmond dan. Helaas is dat niet correct: het is belangrijk om er vroeg bij te zijn voor het gewicht escaleert.

Prof. dr. Anne Rochtus is kinderneuro-endocrinoloog in UZ Leuven en is, samen met prof. dr. Kristina Casteels, verant­woorde­­lijk voor de obesitasraadpleging bij kinderen: “Bij volwassenen zijn de gewichtscurves de laatste twintig jaar vrij stabiel gebleven, in tegenstelling tot de stijging die we zien bij kinderen.”

“Het is zorgwekkend dat bijna een kwart van de 2- tot 4-jarigen nu overgewicht heeft en dat bijna 12 procent obees is. Dat is echt te veel. Van de Belgische kinderen tussen de 5 en 9 jaar heeft een kwart overgewicht en is 8,7 procent obees. Ook bij tieners zijn de cijfers zorgwekkend. In alle leeftijdsgroepen zijn er verhoudingsgewijs meer zware jongens dan meisjes.” 

Aanleg voor overgewicht begint al in de baarmoeder
prof. dr. Anne Rochtus

Wordt een dik kind later een dikke volwassene? Ja en neen, stelt professor Rochtus. Het klopt als je het eet- en bewegingspatroon van kind en volwassene ongewijzigd laat. Het goede nieuws is dat je met een aanpassing van voeding en beweging het overgewicht kan laten wegsmelten door de groei. “Er is enorm veel mogelijk als je op tijd aandacht geeft aan het overgewicht van een kind. Gezonde eetgewoonten inprenten is daarbij beter dan een dieet met beperkingen.”

Boosdoeners

Hoe komt het dat zoveel kinderen in onze samenleving te veel wegen? “We vermoeden dat er drie factoren een grote rol spelen. Ouders met overgewicht geven al in de baarmoeder via de genen en voedingsstoffen een aanleg voor overgewicht door. Daarnaast is voeding al in de eerste duizend dagen van een kinderleven belangrijk. Kinderen die de eerste duizend dagen te snel bijkomen, hebben een hoger risico op overgewicht en obesitas, vooral als ze bij de geboorte klein waren."

"Ten derde speelt het moment van gewichts­toename een rol. De meeste kinderen zijn op hun dunst rond de leeftijd van 6 jaar, daarna nemen ze toe in gewicht. Maar bij sommige kinderen gaat die curve al omhoog vanaf 2,5 of 3 jaar. Aan die kinderen moeten we extra aandacht geven en zo nodig ingrijpen.”

Naast die drie factoren in de prille kindertijd kunnen er psychologische factoren meespelen, zoals bij kinderen die een familielid verliezen of gepest worden. “Het is dan niet altijd duidelijk wat er eerst was: het pestgedrag of het overgewicht.” 
 

Verder hebben sommige ouders te weinig kennis over gezonde voeding. “Dat een hele fles frisdrank drinken niet gezond is, weten de meesten wel, maar over appelsap hoor ik wel eens: ‘Het is maar appelsap, dat is toch gezond?’ Fout dus, want in de meeste sappen zitten te veel suikers. Ik zie nog heel wat ongezonde eetpatronen in gezinnen. ‘Eén koekje kan toch geen kwaad?’, is nog zo’n overtuiging. Een koekje van maximum 100 kcal kan inderdaad geen kwaad, maar koekjes mogen niet in de plaats van soep of boterhammen komen."

"Het helpt ook niet dat er in de omgeving van scholen vaak  verleidelijke snacks te koop zijn. En zowel de media als de hele maatschappij doen volop aan food marketing. Nog een factor die zeker meespeelt: schermtijd verdringt beweging. Het is sterk af te raden om kinderen onder de 2 jaar voor tv- of computerschermen te laten zitten. Ook kinderen tussen 2 en 5 jaar zitten best niet langer dan 1 uur per dag voor een scherm.” 

Nefast patroon

Zware kinderen worden dus al te vaak zware volwassenen, met een groter risico op te hoge bloeddruk, leververvetting, gewrichtsproblemen, diabetes en slaapapneu, waarbij je plots wakker schrikt uit je slaap. Behalve de medische problemen die later kunnen opduiken, lijden kinderen en jongeren vooral onder de psychologische en sociale gevolgen: een lager zelfbeeld, pesten of een depressie liggen dan op de loer. Vaak zorgt dat voor een vicieuze cirkel: het overgewicht leidt tot psychologische problemen en omgekeerd. Op de duur wordt dat een nefast patroon. 

Het goede nieuws is dat je dat kan vermijden. Hoe vroeger, hoe beter. “Als kinderen met overgewicht opgroeien in families waarin ze zich ondersteund voelen, hebben ze veel meer kans op een gezond gewicht. Door ouders de nodige kennis en opvoedingstips mee te geven, zodat ze veranderingen van levensstijl kunnen doorvoeren, kun je het tij nog keren.”

Obesitasraadpleging

Er is een grote vraag naar consultaties bij de obesitasraadpleging voor kinderen in UZ Leuven, waardoor de wachttijd kan oplopen tot een half jaar. “Eens we iemand zien, nemen we alle tijd om voeding, levensstijl, medische en andere factoren in kaart te brengen. Op basis daarvan stellen we meteen een behandelplan op. De inhoud is voor iedereen anders, maar gezonde voeding en voldoende beweging zijn kernelementen."

"Een fijn hulpmiddel voor kinderen is het stippenboek, een uitgebreide map met afbeeldingen van voedingsmiddelen. Stippen onder het voedingsmiddel geven aan hoeveel calorieën het bevat. Een kind dat 40 stippen per dag mag innemen, kan zelf zien hoeveel verschil er zit tussen aardbeien en een gebakje: zo kan het kind zelf keuzes maken. Voor oudere kinderen werken we eerder met een app.” 

Als het probleem echt uit de hand gelopen is of wanneer de omgeving te weinig ondersteuning kan bieden, is een opname mogelijk. Maar dat gebeurt eerder zelden, vertelt professor Rochtus.

“Wie niet meteen terechtkan in UZ Leuven, kan ook kiezen voor een samenwerking tussen huisarts en diëtist. Gezonde eetgewoontes en meer beweging zijn trouwens niet alleen interessant voor dat ene kind met overgewicht, het hele gezin kan er zijn voordeel mee doen. Het vraagt soms veel moed om die eerste stappen te zetten en het is niet makkelijk om gewoontes te wijzigen, maar vroeg begonnen is half gewonnen.”

(Tekst: Ria Goris)

Laatste aanpassing: 31 juli 2024