Zes op de tien Belgen heeft overgewicht of obesitas, zo leert het laatste rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2022). En die zwaarlijvigheid begint soms al op jonge leeftijd. “Ach, een dikkere peuter of kleuter groeit er vanzelf wel uit”, zegt de volksmond dan. Helaas is dat niet correct: het is belangrijk om er vroeg bij te zijn voor het gewicht escaleert.
Prof. dr. Anne Rochtus is kinderneuro-endocrinoloog in UZ Leuven en is, samen met prof. dr. Kristina Casteels, verantwoordelijk voor de obesitasraadpleging bij kinderen: “Bij volwassenen zijn de gewichtscurves de laatste twintig jaar vrij stabiel gebleven, in tegenstelling tot de stijging die we zien bij kinderen.”
“Het is zorgwekkend dat bijna een kwart van de 2- tot 4-jarigen nu overgewicht heeft en dat bijna 12 procent obees is. Dat is echt te veel. Van de Belgische kinderen tussen de 5 en 9 jaar heeft een kwart overgewicht en is 8,7 procent obees. Ook bij tieners zijn de cijfers zorgwekkend. In alle leeftijdsgroepen zijn er verhoudingsgewijs meer zware jongens dan meisjes.”
Aanleg voor overgewicht begint al in de baarmoederprof. dr. Anne Rochtus
Wordt een dik kind later een dikke volwassene? Ja en neen, stelt professor Rochtus. Het klopt als je het eet- en bewegingspatroon van kind en volwassene ongewijzigd laat. Het goede nieuws is dat je met een aanpassing van voeding en beweging het overgewicht kan laten wegsmelten door de groei. “Er is enorm veel mogelijk als je op tijd aandacht geeft aan het overgewicht van een kind. Gezonde eetgewoonten inprenten is daarbij beter dan een dieet met beperkingen.”
Boosdoeners
Hoe komt het dat zoveel kinderen in onze samenleving te veel wegen? “We vermoeden dat er drie factoren een grote rol spelen. Ouders met overgewicht geven al in de baarmoeder via de genen en voedingsstoffen een aanleg voor overgewicht door. Daarnaast is voeding al in de eerste duizend dagen van een kinderleven belangrijk. Kinderen die de eerste duizend dagen te snel bijkomen, hebben een hoger risico op overgewicht en obesitas, vooral als ze bij de geboorte klein waren."
"Ten derde speelt het moment van gewichtstoename een rol. De meeste kinderen zijn op hun dunst rond de leeftijd van 6 jaar, daarna nemen ze toe in gewicht. Maar bij sommige kinderen gaat die curve al omhoog vanaf 2,5 of 3 jaar. Aan die kinderen moeten we extra aandacht geven en zo nodig ingrijpen.”
Naast die drie factoren in de prille kindertijd kunnen er psychologische factoren meespelen, zoals bij kinderen die een familielid verliezen of gepest worden. “Het is dan niet altijd duidelijk wat er eerst was: het pestgedrag of het overgewicht.”