Immuuntherapie is een krachtige manier om kankerpatiënten te behandelen maar tot nu was het moeilijk te voorspellen waarom sommige patiënten of kankertypes geen baat hebben bij deze behandelingswijze. Voor sommige kankers kan immuuntherapie op een veilige manier geïntegreerd worden in de standaardbehandeling, maar voor andere is verder onderzoek nodig om ofwel de immunologische omgeving aan te passen door middel van een antikankervaccin ofwel nieuwe types immuuntherapie te ontwikkelen die tumoren via een andere methode aanvallen.
Kanker is een veelvoorkomende ziekte en één van de belangrijkste doodsoorzaken wereldwijd. Ondanks de ontwikkeling van nieuwe en efficiënte therapieën, blijft het belangrijk te onderzoeken waarmee patiënten het meest gebaat zijn. Door biomerkers te gebruiken kunnen oncologen een patiëntspecifiek profiel opmaken en de behandeling hierop afstemmen. Een internationale groep van onderzoekers onder leiding van professor Abhishek D. Garg van KU Leuven bestudeerde de immunologische omgeving van vijf verschillende tumortypes op zoek naar biomekers die voorspellen hoe goed een patiënt op immuuntherapie zal reageren.
Is immuuntherapie voor iedereen?
Immuuntherapie is nog een relatief nieuwe therapie maar bleek voor sommige kankerpatiënten al bijzonder krachtig in de bestrijding van kankercellen. Het grote voordeel is dat het immuunsysteem van de patiënt zelf wordt gebruikt waardoor het immuunsysteem ‘een geheugen’ kan opbouwen tegen kankercellen en zo langdurige bescherming kan bewerkstellen. Over het algemeen lijkt immuuntherapie een goede behandeloptie voor verschillende kankerpatiënten maar toch blijkt niet iedereen ermee geholpen te zijn. Al wist men tot nu toe nog niet precies waarom.
“Het kan gevaarlijk zijn immuuntherapie te beschouwen als een one-size-fits-all-behandeling voor alle kankerpatiënten”, zegt professor Abhishek Garg van het Departement Cellulaire en Moleculaire geneeskunde (KU Leuven). “Preselectie van patiënten is noodzakelijk om ernstige neveneffecten door ongeschikte immuuntherapie te vermijden. Bovendien gaat kostbare tijd verloren om een meer werkzame behandeling op te starten. Daarom zijn biomerkers nodig op basis waarvan we kunnen voorspellen of immuuntherapie geschikt is voor die specifieke patiënt of kanker.”
In deze studie vergeleken onderzoekers de immunologische omgeving van verschillende tumoren en konden twee soorten onderscheiden. De immunologische omgeving van de eerste soort (met onder andere melanomen, blaaskanker en longkanker) bevatte typische, gekende cellen die immuuntherapie ondersteunen. Patiënten in deze groep toonden doorgaans goede resultaten na behandeling met immuuntherapie. In de tweede groep (met onder andere glioblastoma (hersentumor) en eierstokkanker) was dit niet het geval en waren er indicaties dat de aanval tegen kankercellen net onderdrukt werd. Door de verschillende immunologische omgevingen te vergelijken met patiëntdata, konden de onderzoekers biomerkers identificeren op T-cellen die het, al dan niet, slagen van immuuntherapie kunnen helpen voorspellen. Vooral bij patiënten met glioblastoma vonden de onderzoekers T-cellen terug die in te slechte staat zijn om op bestaande immuuntherapieën te reageren.
Door niet-respondenten beter te definiëren, kunnen we meer doelgerichte therapie ontwikkelenProf. dr. Oliver Bechter
Prof. dr. Oliver Bechter, arts-specialist algemene medische oncologie in UZ Leuven en betrokken bij de studie: "Immuuntherapie is inderdaad niet voor iedereen. De groep patiënten die goed reageren op de behandeling (‘respondenten’) hebben we intussen redelijk duidelijk kunnen definiëren: we weten welke immuunfactoren bij hen bijdragen aan het succes van de behandeling. Maar als mensen niet of onvoldoende reageren ('niet-respondenten') kunnen er verschillende redenen zijn. Dit heeft te maken met de grote variabiliteit van mechanismen die een respons op immuunbehandeling tegenhouden. Eens we de populatie van patiënten die niet op de therapie reageren beter kunnen definiëren, zou het ook mogelijk zijn een betere en meer doelgerichte therapie te ontwikkelen voor deze populatie. Dit gebeurt voor een deel al in diverse fase I studies in UZ Leuven."
Implementatie in standaardtherapie
De huidige immuuntherapie wordt reeds toegepast voor de behandeling van onder andere melanomen, longkanker en blaaskanker. Dit onderzoek toont echter aan dat andere kankertypes zoals eierstokkanker en glioblastoma hiermee niet gebaat zijn en ofwel nood hebben aan een ander type immuuntherapie, ofwel zouden kunnen geholpen worden door een antikankervaccin dat de toestand van de T-cellen in de omgeving van de tumor kan verbeteren waardoor ze wél op de huidige immuuntherapie reageren.
“Verder onderzoek is nodig om deze pistes te onderzoeken en na te gaan hoe we een antikankervaccin zouden kunnen combineren met immuun- of chemotherapie”, concludeert professor Garg. “ Deze studie is alvast een grote stap voorwaarts in het definiëren van de juiste biomerkers zodat we kunnen voorspellen hoe een patiënt of kankertype zal reageren op de huidig beschikbare immuuntherapie. We blijven nauw samenwerken met oncologen van UZ Leuven om klinische studies op te starten en om deze nieuwe generatie van biomerkers te implementeren in de dagelijkse praktijk van het ziekenhuis.”
Meer informatie
De studie “Multi-omics and spatial mapping characterizes human CD8+T cell states in cancer” door Naulaerts et al. is verschenen in ‘Science Translational Medicine’ (doi: 10.1126/scitranslmed.add1016)’.
Dit onderzoek kwam tot stand dankzij de samenwerking tussen verschillende partners: KU Leuven, UZ Leuven, UC Louvain, Heinrich Heine University Hospital, IsoPlexis Corporation, The Babraham Institute, Leiden University Medical Center en werd gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), FWO-FNRS Excellence of Science ‘DECODE’ consortium, KU Leuven, Kom op Tegen Kanker, Opening the Future Foundation en Leuven Kankerinstituut (LKI).