Visie op euthanasie

Zorgvuldigheid als kernwaarde

Zorgvuldigheid houdt verband met het respect voor de vraag van de patiënt, het onomkeerbare karakter en de grote impact die euthanasie kan hebben op alle betrokkenen. 

Therapeutische relatie

Heel belangrijk is de vertrouwensrelatie die er ontstaat met de arts doorheen het afgelegde behandeltraject. Hierdoor kunnen vroegtijdige zorgplanning en levenseindebeslissingen besproken worden in een open en herhaald gesprek.  

Wanneer deze band tussen arts en patiënt nog niet bestaat, is het niet vanzelfsprekend om een euthanasiewens zorgvuldig te beoordelen en gewetensvol uit te voeren. 

Tijdig gesprek met de arts

Elke arts heeft volgens de wet het recht wel of niet in te gaan op een euthanasieverzoek. De arts kan op grond van zijn gewetensvrijheid euthanasie weigeren toe te passen. Indien de vraag van de patiënt voldoet aan de wettelijke voorwaarden, moet de arts tijdig en ten laatste binnen zeven dagen na de eerste formulering van het verzoek zijn gewetensbezwaar kenbaar maken aan de patiënt of de eventuele vertrouwenspersoon.

Het is daarom belangrijk om het gesprek met de behandelende arts tijdig aan te gaan en te polsen naar diens mening. Dit biedt de arts de mogelijkheid om verdere informatie te verstrekken en bij weigering zijn motivering toe te lichten en de patiënt door te verwijzen, in samenspraak met de huisarts en de patiënt zelf

Een zorgvuldige beslissing vraagt tijd

Het beoordelen van een euthanasievraag is altijd complex en delicaat. Het is belangrijk dat zorgverleners en artsen voldoende tijd kunnen nemen om de medische, ethische, psychologische en wettelijke aspecten van de vraag te onderzoeken, om met de huisarts af te stemmen, om naasten desgewenst te betrekken. Het wachten op het resultaat van deze beoordeling kan soms worden aangevoeld als lastig, teleurstellend of zelfs als onaanvaardbaar omdat ‘alle papieren in orde zijn’ of omdat er ‘al een traject bij de huisarts’ loopt. 

Dit onderzoek heeft niet de bedoeling om het proces te vertragen, maar is gebaseerd op een terechte bekommernis voor een zorgvuldige praktijkvoering. Wederzijds begrip, gedeelde verantwoordelijkheid en transparante communicatie zorgen ervoor dat er zowel respect is voor de vraag van de patiënt als voor de ethische reflectie van de zorgverleners en artsen.

Laatste aanpassing: 5 december 2024