In België hebben zo’n 200.000 mensen de ziekte van Alzheimer of een andere vorm van dementie. Bij zestigplussers zal de ziekte ongeveer een op de vijf vrouwen en een op de zeven mannen treffen. Ondanks decennia van intensief onderzoek bestaat er nog geen genezende behandeling.
Prof. dr. Rik Vandenberghe, neuroloog in UZ Leuven. “Patiënten krijgen vandaag nog altijd dezelfde middelen voorgeschreven als 20 jaar geleden. De medicatie die we vandaag geven aan alzheimerpatiënten heeft een licht gunstig effect op de cognitieve symptomen. Helaas bestrijden die geneesmiddelen alleen de symptomen, niet de ziekte zelf. En hun werkzaamheid is beperkt.”
Immuuntherapie
Daarom blijven wetenschappers zoeken naar effectievere behandelingen. Een veelbelovende piste is immuuntherapie. “Bij de ziekte van Alzheimer zien we abnormale ophopingen van amyloïde- en tau-eiwitten in de hersenen. Die spelen een directe rol in het ontstaan van de ziekte en de cognitieve symptomen. Amyloïde vormt klonters tussen de zenuwcellen, terwijl tau zich opstapelt binnenin de zenuwcellen en zo kluwens vormt. De kluwens zijn nauw gelinkt aan de aard en ernst van de symptomen van een patiënt. Al jarenlang proberen onderzoekers antistoffen tegen die eiwitten te ontwikkelen, zodat ons eigen immuunsysteem de eiwitten zou kunnen opruimen. Een soort immuuntherapie dus, zoals vandaag al wordt toegepast bij verschillende vormen van kanker.”
De ongewenste eiwitten via immuuntherapie verwijderen kan op twee manieren: actief of passief. Bij de passieve vorm krijgt de patiënt antilichamen via een infuus in het bloed. De eerste testen met die studiegeneesmiddelen startten rond 2008.
Heel wat initiële studies toonden geen effect of werden stopgezet wegens bijwerkingen. Maar sinds 2020 is er hoopvol nieuws: drie antilichamen tegen amyloïde deden het goed in klinische studies en twee ervan, lecanemab en donanemab, zijn intussen in de VS op de markt. Ze worden op dit moment geëvalueerd door het Europese geneesmiddelenagentschap.
Ondanks het feit dat maar één procent van de antilichamen door de bloed-hersenbarrière geraakt en ze snel worden afgebroken in het lichaam, blijken ze toch heel effectief om de amyloïdeklonters in de hersenen tegen te gaan. Na anderhalf jaar is bij ongeveer 80 procent van de behandelde patiënten de hoeveelheid amyloïde in de hersenen bijna helemaal terug op het normale niveau.”
Eiwitplakken wegwassen
Heeft dat dan ook het verhoopte therapeutische effect? “De recente studies tonen aan dat patiënten mét die antilichamen meer kans hebben om tijdens een behandelingsperiode van anderhalf jaar eerder stabiel te blijven, al is het effect eerder klein. Bovendien hebben de patiënten soms nevenwerkingen, doordat amyloïde ook in de bloedvatwanden in de hersenen zit. Als het verwijderd wordt, worden die wanden poreuzer en kan er vocht uit de bloedvaten sijpelen of kunnen kleine, en uitzonderlijk ook grotere, bloedingen optreden. De behandeling moet daarom regelmatig worden opgevolgd met hersenscans.
Het feit dat we de amyloïdeklonters met medicatie uit de hersenen kunnen wegwassen en zo het ziekteproces kunnen beïnvloeden, is revolutionair. Maar het effect op de symptomen is kleiner dan we zouden wensen. Daarom is het essentieel om verder te zoeken naar middelen die specifiek inwerken op de ziektemechanismes.”
Er zijn verschillende alzheimervaccins in ontwikkelingprof. dr. Rik Vandenberghe
Ook naar actieve immunisatie, de andere vorm van immuuntherapie, lopen heel wat studies. “Je kan het vergelijken met een klassiek vaccin: patiënten krijgen een fragmentje van het ziekmakende eiwit geïnjecteerd, zodat het eigen immuunsysteem er antilichamen tegen aanmaakt. Het grote voordeel is dat die behandeling minder vaak moet worden toegediend. Er zijn verschillende vaccins in ontwikkeling en de eerste resultaten van sommige ervan zijn veelbelovend. Maar we zien dat de verwijdering van de schadelijke eiwitklonters voorlopig veel minder is dan met de huidige passieve vorm van immuuntherapie.”
Preventief vaccin?
Kun je zo’n alzheimervaccin dan preventief inzetten tegen de ziekte? “In theorie kan dat inderdaad. Zo start er binnenkort een nieuwe studie naar het langetermijneffect van actieve immunisatie tegen het tau-eiwit, waar ook UZ Leuven aan deelneemt. Dat zal gebeuren bij studievrijwilligers die nog geen symptomen hebben, maar bij wie hersenscans wel een verhoogde hoeveelheid amyloïde en tau in specifieke delen van de hersenen tonen.”
Het is duidelijk dat er nog veel onderzoek nodig is om echte doorbraken te bereiken. “Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk de rol van patiënten en hun familieleden zijn bij de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins. Hun bereidwilligheid om deel te nemen aan studies, ondanks de soms ongekende risico’s, drijft in grote mate de vooruitgang naar betere behandelingen. Zelfs studies met negatieve resultaten zijn heel leerrijk. Dat bewijst de recente stroomversnelling in immuuntherapieën voor alzheimer: tien jaar lang zag dat onderzoek er niet rooskleurig uit, maar ook die tegenvallende studies beginnen nu eindelijk hun vruchten af te werpen.”
(Tekst: An Schreurs)