Afspraken
-
+32 16 34 68 50 - maandag en woensdag van 8 tot 16.30 uur; dinsdag, donderdag en vrijdag van 8 tot 16 uur
Voor- en nadelen
Carotisstenting valt te verkiezen bij patiënten:
- die een operatie niet goed aankunnen door hart- of longproblemen
- waarbij de halsslagader moeilijk bereikbaar is, zoals na een carotisendarterectomie, na een andere halsoperatie, na bestraling in de hals, bij een korte, dikke of stijve hals of bij een hoog oplopende vernauwing.
Er moet rekening gehouden worden met volgende factoren:
- Carotisstenting is technisch niet altijd mogelijk.
- De carotisendarterectomie blijft een goed alternatief met gekende goede resultaten op lange termijn.
- Voorlopig komt het RIZIV nog niet tussen in de terugbetaling van de carotisstenting. De hospitalisatieverzekering komt mogelijks wel tussen.
Terugbetaling carotisstenting
Afhankelijk van uw hospitalisatieverzekering is het mogelijk dat de carotisstent niet wordt terugbetaald. In dat geval bedraagt de kost voor u als patiënt ongeveer 1.200 euro.
Voorbereiding
- U moet niet nuchter zijn, want de ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving.
- Bent u allergisch voor jodium (contrastvloeistof)? Meld dit dan vooraf. Dan krijgt u vooraf medicatie om deze allergische reactie tegen te gaan.
- U stopt best met roken.
Meestal is het niet nodig om te stoppen met bloedverdunners voor de ingreep. Bespreek dit best met uw arts.
Verloop
Een carotisstenting gebeurt onder plaatselijke verdoving. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
- Een of beide liezen (of soms de arm) worden ontsmet.
- De huid en onderhuid worden plaatselijk verdoofd.
- De liesslagader (of soms de armslagader in de elleboog) wordt aangeprikt en er wordt een katheter in de slagader geschoven.
- Via deze katheter wordt contrastvloeistof opgespoten, wat een warm gevoel kan geven.
- Aan de hand van foto's van de bloedvaten wordt de precieze plaats van de vernauwing bepaald.
- Er wordt een draad in de slagader geschoven tot voorbij de vernauwing.
- Over de draad wordt een filter geschoven om eventueel loskomende stukjes op te vangen (Distal Embolic Protection Device) om hersenbeschadiging zo goed als mogelijk te voorkomen.
- In de vernauwing wordt de stent geplaatst. Dit “veertje” wordt nog volledig open gerekt met een ballonnetje zodat er geen vernauwing meer is en het letsel door de stent wordt afgeschermd. Tijdens het opblazen van de ballon is het mogelijk dat u pijn voelt in de hals of misselijk wordt. Dit gevoel verdwijnt echter binnen een 10-tal seconden.
- Tot slot wordt de ballon verwijderd en wordt opnieuw contrastvloeistof opgespoten om het resultaat te zien.
- Op het einde van de procedure wordt de katheter verwijderd.
- De prikplaats kan op twee manieren gesloten worden. Beide technieken hebben hun voor- en nadelen.
- Met een 'closure device'. Dit is een klein propje dat tegenaan het bloedvat wordt gelegd of een nietje dat het gaatje in de bloedvatwand dicht maakt.
- Door de prikplaats dicht te duwen met de hand totdat de bloeding gestelpt is.
Niet elke carotisstenting verloopt even eenvoudig als hierboven beschreven. Vaak zijn meerdere controlefoto’s noodzakelijk
Nazorg
U blijft 1 dag in het ziekenhuis. De dag na de operatie mag u naar huis.
- Na de ingreep moet u nog tussen 4 en 24 uur in bed blijven liggen, wat afhangt van de manier waarop de prikplaats gesloten werd. U mag dan niet volledig rechtop zitten (de hoek tussen uw rug en het bed mag niet groter zijn dan 30°). Te vroeg opstaan kan ervoor zorgen dat de prikplaats opnieuw begint te bloeden en eventueel een operatie nodig is om dit te stoppen.
- Van zodra u mag opstaan, mag u onbeperkt wandelen. Dit is belangrijk voor uw herstel.
- In de eerste twee weken na de ingreep mag u niet fietsen. Fietsen zorgt er soms voor dat de prikplaats opnieuw begint te bloeden.
- Gedurende minstens 1 maand, totdat de stent goed is ingegroeid, moet uw bloed extra dun gehouden worden met extra bloedverdunners.
Na een carotisstenting kunnen bloeddrukschommelingen voorkomen. Indien de bloeddruk na de operatie hoog blijft, is het mogelijk dat uw ontslag uit het ziekenhuis wordt uitgesteld. Zo willen we vermijden dat de hersenen plots aan een hogere druk wordt blootgesteld na het opheffen van de vernauwing.
Complicaties
Specifiek bij carotisstenting
- Hersenbeschadiging waardoor bijvoorbeeld verlammingen of spraakstoornissen ontstaan. Dit komt gelukkig niet vaak voor. De kans dat dit gebeurt is 2-5%. In elk geval is die kans veel kleiner dan wanneer we de vernauwing niet zouden behandelen.
Algemeen
- Scheuren van bloedvat of een plotse volledige verstopping van een bloedvat tijdens de operatie, waardoor dringende operatie noodzakelijk is een om de bloedstoevoer te herstellen. Dit gebeurt gelukkig zelden.
- Allergische reactie op de contrastvloeistof. Meestal wordt dit met medicatie onder controle gebracht.
- Contrastvloeistof kan schadelijk zijn voor de nieren. Dit wordt zoveel mogelijk voorkomen door bij patiënten die reeds zwakke nieren hebben, de avond voor de ingreep reeds een infuus te plaatsen om de nier goed voor te bereiden en door de hoeveelheid contrastvloeistof te beperken. Toch is het mogelijk dat na de ingreep de nieren tijdelijk minder goed werken. Soms is zelfs dialyse noodzakelijk. Maar dit gebeurt gelukkig zelden.
- Prikplaats kan na de ingreep nabloeden, wat opgelost wordt door de prikplaats nog wat langer af te drukken. Soms volstaat dit niet en is een operatie nodig om de bloeding te stoppen.
Door de grote aandacht om deze complicaties te voorkomen, is de kans hierop gelukkig gering.
Praktische informatie
- U mag douchen 1 dag na de operatie. Een bad stelt u best enkele weken uit, totdat de wonde genezen is.
- U heeft geen werkverbod.
- U mag twee weken na de ingreep niet fietsen.
- Strikte opvolging van uw bloeddruk is noodzakelijk.
Opvolging van uw bloeddruk
Gedurende twee weken na ontslag na de carotisstenting moet u dagelijks uw bloeddruk meten en noteren. Nauwe opvolging van de bloeddruk is belangrijk omwille van de kans op hyperperfusiesyndroom. Indien u ongewone hoofdpijnklachten ervaart in combinatie met een bloeddruk die hoger is dan 160 mmHg, of indien uw bloeddrukwaarde hoger is dan 170 mmHg (al dan niet in combinatie met ongewone hoofdpijnklachten), neemt u steeds telefonisch contact op met de huisarts. Indien nodig zal die u doorverwijzen.
Brochures
-
PDFVernauwde halsslagader: carotisstentingPDF - 339.84 Kb