Wanneer en hoe vaak moet ik mijn baby aanleggen voor borstvoeding?

U legt de baby aan de borst zo vaak en zolang hij er om vraagt. Dit bevordert de melkproductie en geeft de baby de nodige voedingsstoffen. Zorg dat uw kindje de eerste paar dagen minstens acht à twaalf voedingen per dag krijgt.

Huid-huidcontact meteen na de bevalling

Zodra de baby geboren is, wordt deze op de buik van de mama gelegd. Om het huid-huidcontact te bevorderen, blijft uw kindje daar zo lang mogelijk liggen.

Tijdens dit eerste ‘knuffeluurtje’, maakt u beiden intensief kennis met de baby en wordt de eerste borstvoeding gegeven.Het is ook bewezen dat baby’s die vlak na de bevalling borstvoeding krijgen, minder last krijgen van ‘geel zien’ en langere, succesvolle borstvoedingsperiodes kennen.

'Colostrum' of 'de eerste dagen melk'

Colostrum, de eerste melk die een moeder produceert na de geboorte, is een dik, gelig vloeistof die rijk is aan voedingsstoffen en antistoffen. Het bevat enorm veel energierijke voedingsstoffen en zorgt ervoor dat het darmstelsel van uw baby wordt klaargemaakt voor het leven buiten de baarmoeder.  

Hoewel de hoeveelheid colostrum die beschikbaar is in de eerste dagen relatief klein is, is het perfect afgestemd op de behoeften van uw baby. De beperkte hoeveelheid colostrum is normaal en voldoende, aangezien de maaginhoud van een pasgeboren baby slechts de grootte van een kers is. In de dagen die volgen, zal de productie van moedermelk toenemen om aan de groeiende behoeften van de baby te voldoen.

Afkolven van het colostrum

Als de eerste voeding niet lukt, zal het colostrum manueel afgekolfd worden en via een lepeltje aan uw baby gegeven worden.

De eerste dag aanleggen

Leg uw baby aan telkens hij even wakker is, maar laat hem tussendoor rusten. Maak van die gelegenheden gebruik om ook zelf wat te rusten. Vraag zeker bij de opstart van de voeding aan de vroedvrouw om de voeding mee te observeren. Zij kan handige tips geven rond correct aanleggen, het zuiggedrag van uw baby en borstvoedingshoudingen.

Hongersignalen

Uw baby communiceert op een aantal manieren dat hij honger heeft, oplopend van subtiele hongersignalen tot uiteindelijk een noodsignaal; huilen. Je baby aanleggen bij de eerste hongersignalen maakt het aanleggen makkelijker. Verschoon tijdens de eerste week uw baby na de eerste borst, daarna biedt u de tweede borst aan. Begin een nieuwe voeding telkens bij de borst waarmee u de vorige voeding eindigde. Zo worden beide borsten evenwichtig gestimuleerd tot melkproductie.

U legt de baby aan de borst zo vaak en zolang hij er om vraagt. Dit bevordert de melkproductie en geeft de baby de nodige voedingsstoffen.

Zorg dat uw kindje de eerste paar dagen minstens acht à twaalf voedingen per dag krijgt. 

Hongersignalen bij de baby

Clusteren

Clusteren is een term die verwijst naar periodes waarin uw baby frequent en kort na elkaar aan de borst wil drinken. Dit gedrag is vooral vaak te zien tijdens groeispurten of op momenten dat de baby behoefte heeft aan extra comfort. Een typisch moment waarop clusteren veel voorkomt, is tijdens de tweede nacht na de geboorte.

Tijdens deze clustermomenten vertonen veel baby’s een verhoogde behoefte aan voeding en nabijheid. Dit kan voor nieuwe ouders verontrustend zijn, maar het is een normaal en gezond onderdeel van de borstvoeding. Het frequente voeden helpt de melkproductie op gang te brengen en zorgt voor een sterke binding tussen moeder en kind. Hoewel dit vermoeiend kan zijn, is het belangrijk om te onthouden dat dit gedrag tijdelijk is en bijdraagt aan een succesvolle borstvoeding op de lange termijn.

De groeispurt

Rond twee weken, zes weken en drie maanden kunt u merken dat uw baby een groeispurt doormaakt. Uw kindje is dan onrustiger, huilt vaker en wil meer voedingen. Om uw melkproductie dan aan te passen aan de vraag van uw kindje, neemt u best extra rust en legt u de baby vaker aan. Na een dag of twee zal uw kindje weer tevreden zijn.

Laatste aanpassing: 5 september 2024