Tot op vandaag is de standaardtechniek om donorharten te bewaren koude bewaring op ijs. Een grote internationale studie, waarover UZ Leuven de leiding heeft, onderzoekt nu of het hart bewaard kan worden met behulp van een machine en een speciaal daarvoor ontwikkelde koude vloeistof.
Ideale temperatuur
De nieuwe techniek zorgt ervoor dat de kans op succes bij de transplantatie groter wordt. “Wanneer een donorhart op ijs wordt bewaard, wordt de kans op ernstig hartfalen groter zodra het hart langer dan drie uur uit het lichaam is. Met de bewaarmachine kan een constante, ideale temperatuur worden aangehouden en kunnen we extra voedingsstoffen toedienen. Het hart kan zo tot 24 uur bewaard worden en blijft nadien goed functioneren”, zegt professor Filip Rega, staflid cardiale heelkunde in UZ Leuven, die de transplantatie uitvoerde.
Complexe cel
Andere organen, zoals nieren, worden al langer op die manier bewaard, met goede resultaten. Professor Rega: “Een hartspiercel is een complexe cel. Ze is veel gevoeliger voor zuurstoftekort dan lever-, nier- of longcellen. Dat het zo lang duurt voor we nieuwe technieken kunnen introduceren, heeft dus vooral met de aard van de cellen te maken.
Hoge nood aan donorharten
Transplantatiechirurgen kampen vandaag met een aantal problemen. Enerzijds is er een groot tekort aan donororganen. Anderzijds is er ook een grote nood aan een manier om donorharten langer te bewaren. “Vandaag transplanteren we patiënten met veel complexere aandoeningen dan vroeger. Vaak ondergingen ze voor hun transplantatie al verschillende openhartoperaties. Daardoor wordt de transplantatie moeilijker en moet het donorhart langer buiten het lichaam bewaard worden. Deze nieuwe studie biedt daar een oplossing voor”, besluit professor Van Cleemput, staflid cardiologie in UZ Leuven en medisch verantwoordelijke voor het harttransplantatieprogramma.
De internationale studie loopt in acht grote transplantcentra, waaronder die van Parijs, Berlijn, München en Madrid. De nieuwe bewaringstechniek werd ontwikkeld door professor Stig Steen (Lund University).