Persoon achter de patiënt
Youko en haar collega’s zijn de vroege vogels van het niercentrum. “Om 6.30 uur komen we toe om alle dialysetoestellen op te bouwen en voor te bereiden. Tussen 7 en 8 uur komen dan de patiënten aan. Dagelijks is elke verpleegkundige verantwoordelijk voor vier patiënten die samen in een box zitten voor hun dialysebehandeling. Zelf probeer ik altijd de persoon achter mijn patiënten te zien en tijd te maken voor een babbel. Zeker in het geval van een urenlange dialyse is zorgen voor iemand zoveel meer dan enkel het medische aspect.”
“Eerst controleer ik de parameters, geef ik de nodige zorgen en dan sluit ik de patiënt aan op het dialysetoestel. Dat toestel neemt de nierfunctie vier uur lang over. Voortdurend houden we in de gaten of alles vlot verloopt. Verder neem ik de taken over die op niet-dialysedagen door de thuisverpleegkundige gebeurt, zoals steunkousen aantrekken. Na de dialyse koppelen we de patiënten weer af. Terwijl wij de namiddagshift voorbereiden, kunnen zij een hapje eten in onze eigen kleine cafetaria. Dat zorgt toch voor een huiselijke sfeer en een gevoel van samenhorigheid.”
Veilige omgeving voor talent
Naast verpleegkundige in het niercentrum, is Youko ook mentor voor studenten en startende verpleegkundigen. Zo speelt ze een cruciale rol in de groei van toekomstige generaties zorgverleners.
“Als mentor begeleid je studenten en beginnende collega’s in hun professionele ontwikkeling door praktische vaardigheden aan te leren en hen te coachen in klinische situaties. Zelf vind ik de persoonlijke groei van ‘mijn’ studenten en nieuwe collega’s heel belangrijk. Bij de start van hun traject pols ik naar hun concrete verwachtingen, doelen en werkpunten, en probeer ik een veilige omgeving te creëren waarin een open communicatie centraal staat. Ik ben ervan overtuigd dat al je talenten en capaciteiten pas tot uiting komen als je goed in je vel zit en je jezelf comfortabel voelt op een afdeling.”
Niet zomaar een job
“Verpleegkundige is niet zomaar een job, maar echt mijn passie. Zeker in het niercentrum, waar je heel regelmatig dezelfde mensen ziet, voel je voor wie je het doet. Na zes jaar ontroert het mij nog elke keer als een patiënt even dag komt zeggen in mijn box, gewoon zomaar omdat die gehoord had dat ik aan het werk was. Daarvoor doe ik het.”