Wat te doen bij een hyperglycemie?
Bij glycemie boven 300 mg/dl: ketonen meten!
Hyperglycemie zonder ketonen:
- op het moment van het tussendoortje: tussendoortje verminderen.
- glycemie tussen 250 en 350 mg/dl: een half tussendoortje
- glycemie boven 350 mg/dl: geen tussendoortje
- op het moment van de maaltijd: meer insuline spuiten volgens jouw bijspuitschema.
Hyperglycemie met ketonen:
- op het moment van het tussendoortje: extra inspuiting insuline zetten.
- op het moment van de inspuiting: meer insuline spuiten (bijspuitschema + 20 à 50% extra, naargelang hoeveelheid ketonen).
- bij twijfel, neem steeds contact met het diabetesteam.
Hypoglycemie: te laag bloedsuikergehalte
Een te lage hoeveelheid suiker in het bloed wordt 'hypoglycemie' of kortweg 'hypo' genoemd.
Dit is een glycemie lager dan of gelijk aan 65 mg/dl.
Extra informatie
Ketonen en ketoascidose
Als je te weinig insuline hebt (bv. bij langdurige hyperglycemie), gebruikt je lichaam geen glucose meer als energiebron, maar gaat het de vetreserves aanspreken. Wanneer het lichaam vetten gaat verbranden, komen er giftige stoffen, ketonen, vrij. Die ketonen stapelen zich op in het bloed (verzuren) en kunnen het lichaam ziek maken. Dat wordt ketoacidose genoemd.
Ketonen in je urine? En voel je je misselijk en/of moet je braken? Contacteer onmiddellijk je arts.
Wat te doen bij ketonen?
- Er moet extra, heel snelwerkende insuline toegediend worden.
- Drink veel water.
- Controleer elke 2 uur je glycemie.
- Controleer de ketonen in je urine of in je bloed tot ze verdwenen zijn.
Dagboekje
Om een goed overzicht te krijgen van jouw bloedsuikerwaarden, is het belangrijk alles erg goed te noteren in je dagboekje!
Daarnaast is het belangrijk dat je weet wat je moet doen als je glycemie te hoog of te laag is.
Basisdosis insuline aanpassen
Om je zo goed mogelijk aan te passen aan het leven van elke dag, is het belangrijk om bij het bepalen van je insulinedosis rekening te houden met je glycemie, met wat je gaat eten en met hoeveel je gaat bewegen.