Mucopatiënten hebben problemen met de vertering, vooral met het verteren van vetten. Ruim 90% van de mucoviscidosepatiënten heeft een exocriene pancreasinsufficiëntie. Dit wil zeggen dat er onvoldoende verteringsenzymen in de darm terecht komen en de vertering suboptimaal verloopt.
Verteringsenzymen: Creon®
Om een betere vertering en opname van de voeding mogelijk te maken, moeten bij elke maaltijd verteringsenzymen (Creon®) ingenomen worden. Indien dit niet gedaan wordt, gaan er veel voedingsstoffen verloren via de stoelgang en zal het vetrijk eten bijgevolg zijn doel niet behalen.
De hoeveelheid verteringsenzymen per maaltijd is verschillend van persoon tot persoon en van het vetgehalte van de maaltijd. Dit wordt geëvalueerd samen met de diëtiste.
Moet je bij alles wat je eet of drinkt verteerenzymen of Creon® innemen?
Wel bij vetten en eiwitten
Verteerenzymen zijn noodzakelijk voor alle voedingsmiddelen die vetten en eiwitten bevatten.
Niet bij suiker
Bij inname van voedingsmiddelen of drank die uitsluitend uit suiker bestaan, is Creon niet nodig. Het gaat dan om:
- Fruit
- Frisdrank
- Suikersnoep