Behandelingen spijsverteringsstelstel bij mucoviscidose

Veel mucopatiënten hebben maag-darmproblemen, onder andere pancreasinsufficiëntie en leververvetting.

Symptomen

Pancreasinsufficiëntie

De pancreas (alvleesklier) heeft twee functies, namelijk het aanmaken van insuline en het aanmaken van verteringsenzymen. Dit is belangrijk bij de opname van voedingsstoffen uit de voeding. 

Bij personen met mucoviscidose heeft 85% pancreasinsufficiëntie (falen van de verteerfunctie van de pancreas). Hierbij geraken de afvoerkanaaltjes van de pancreas verstopt door taaie slijmen. 

Er komen niet genoeg verteringseiwitten in de darm terecht en daardoor wordt voedsel onvoldoende verteerd. De stoelgang zit dan vol onverteerde voedingsstoffen (voornamelijk vetten), is kleverig, volumineus en slecht ruikend.

Door de slechte vetvertering gaan veel calorieën verloren in de stoelgang. Ook de vetoplosbare vitamines (vitamine A, D, E, K) worden onvoldoende opgenomen uit de voeding, waardoor tekorten kunnen ontstaan.

Gevolgen

  • Buikpijn
  • Frequente, platte, kleverige stoelgang, vaak in grote hoeveelheden 
  • Achterblijven van groei en gewicht
  • Vermageren
  • Vitamine ADEK-tekorten kunnen leiden tot bloedingsproblemen, oogproblemen, verstoorde botopbouw, etc.

Leververvetting en leverfibrose

Bij een slechte vertering stapelen levercellen vet op en ontstaat er vervetting van de lever (steatose). Dit kan verbeteren door de voeding te optimaliseren en door verteringseiwitten in te nemen.

De galwegen zijn kleine afvoerkanalen die beginnen in de lever en in contact staan met de dunne darm. De gal wordt afgevoerd via de galwegen. Die gal is noodzakelijk voor de vetvertering en voor de afvoer van afvalstoffen van de lever naar de stoelgang.

De kleine afvoerkanalen van de galwegen geraken verstopt door de taaie slijmen. Hierdoor vermindert de galafscheiding in de darm. Dit heeft invloed op de vetvertering en de afvoer van afbraakproducten uit de lever. Door dit laatste kan leverfibrose ontstaan. Hierdoor komt de doorbloeding van de lever in het gedrang.

Slokdarmvarices

Wanneer de bloeddoorstroming door de lever te veel weerstand ondervindt, zoekt het bloed een uitweg langs alternatieve wegen. Hierdoor kunnen uitgezette bloedvaten ontstaan rondom de slokdarm. Deze abnormale en uitgezette bloedvaten worden slokdarmvarices (‘spataders’) genoemd.

Het is mogelijk dat er een bloeding ontstaat uit deze varices, waardoor men bloed moet braken. Dit kan levensgevaarlijke gevolgen hebben. 

De opvolging van de lever gebeurt door een jaarlijkse controle aan de hand van een echografie van de lever. De behandeling van leverfibrose en slokdarmvarices wordt opgevolgd door de dienst maag-, darm- en leverziekten. 

Andere maag-darmproblemen

  • Winderigheid
  • Obstipatie, eventueel met hevige buikkrampen, zoals: 
  • Distaal intestinaal obstructie syndroom: opstapeling van taaie stoelgangsmassa en verstopping van het laatste stuk van de dunne darm
  • Darmverstopping bij de geboorte (meconium ileus): taai meconium (de eerste stoelgang van een baby) verstopt de dunne darm, waardoor de inhoud niet kan passeren. Dit kan bij de geboorte een volledige verstopping van een stuk darm veroorzaken, met braken, hevige buikpijn en in het ergste geval het afsterven van het stuk darm.
Laatste aanpassing: 28 januari 2025