Door de gestoorde vetvertering worden ook de vetoplosbare vitaminen (A, D, E, K) in mindere mate opgenomen. De meeste patiënten met mucoviscidose moeten bijgevolg dagelijks vitaminesupplementen innemen.
De individuele dosis wordt bepaald aan de hand van een bloedafname. Deze gebeurt om de 6 maanden of jaarlijks. Afhankelijk van het resultaat en de therapietrouw kan de dosis steeds aangepast worden. Voor de beste opname is een juiste inname van deze vitaminesupplementen belangrijk. Het vitaminesupplement moet steeds samen met een maaltijd en verteringsenzymen ingenomen worden.