Bruno: “Mijn vader werkte bij Eternit. Ons huis stak vol met asbestmateriaal dat hij goedkoop op de kop kon tikken. Vanaf mijn veertiende ging ik zelf aan de slag met de slijpschaaf. In januari 2020 begon ik pijn te krijgen in mijn schouder en in mijn borstkas. Wat later vernam ik de diagnose: longvlieskanker door asbestose.”
Ik denk niet aan doodgaan
“Aan doodgaan of afscheid nemen denk ik niet. Ik lig er niet van wakker omdat ik me nu goed voel. Ik wil nog zoveel mogelijk genieten van het leven, met mijn kinderen en vijf kleinkinderen en mijn vriendin, Leen. Tijdens corona was zij mijn bubbel, ik had veel steun aan haar. Ik ben content dat ik nog kan fietsen en wandelen. En vooral dankbaar dat ik er nog ben.”
“Ik weet niet hoe het verder moet nu. Ik zou het liefst thuis sterven, maar dat heb je niet te kiezen. Nog niet zo lang geleden maakte ik het al van nabij mee: mijn vrouw Lut is zes jaar geleden overleden aan darmkanker. Toen ze haar uit het ziekenhuis naar huis lieten gaan, zei ik ‘Lutje, nu gaan we ervan profiteren’. Zonder te beseffen dat het al na twee weken gedaan zou zijn. Een mens wil dat niet aanvaarden. Ik heb een lieve vriendin, maar de gedachte aan Lut maakt het voor mij iets makkelijker om mijn situatie te aanvaarden. Ik heb zoveel mooie jaren met haar gehad.
Als ik morgen hier weg ben, dan ben ik bij haar.”
(Tekst: Ria Goris)