Hanne: “Met mijn eerste zoontje had ik een droomzwangerschap. Ik ben blij dat ik die roze wolk gehad heb. Tijdens mijn tweede zwangerschap doken er complicaties op. Halfweg werd duidelijk dat er een probleem met het hartje van de baby was. We werden doorverwezen naar UZ Leuven. De ergste periode was het wachten op de uitslag na de vruchtwaterpunctie: was er enkel een hartprobleem dat met een operatie opgelost kon worden, of was er meer aan de hand? Zou ons kindje niet levensvatbaar zijn en moesten we afscheid nemen van een ongeboren kind? Het waren tien helse dagen.”
Ik kan voor zijn broertje geen normale mama zijn
De uitslag viel mee, maar Felix moest na zijn geboorte haast meteen onder het mes: er zaten vier foutjes op zijn hart. Op zijn eerste levensdag onderging Felix een operatie. Hanne: “Ik kreeg hem meteen na de geboorte even in mijn armen, daarna tien dagen niet meer. Dat deed pijn, want ik ben een grote knuffelaar. Maar nu blijkt gelukkig dat Felix ook een fervent knuffelaar is (lacht)!”
Na een jaar had Felix opnieuw een hartoperatie nodig. In de nasleep daarvan liep hij twee verschillende bacteriën op, waaronder een die zijn hartje kan aanvallen. Daarom is hij na zes weken nog altijd in UZ Leuven. Dat is slopend, want thuis is er nog broertje Mathijs. Hanne: “Voor Felix’ broertje is dit ontzettend moeilijk. Ik kan voor hem geen normale mama zijn. Je kunt jezelf niet in twee splitsen.”
“Mathijs is pas vier geworden en de ziekenhuisverblijven van Felix wegen erg op hem. Dat merk ik als hij afscheid moet nemen na een bezoekje aan Felix en mij in het ziekenhuis. Gelukkig heeft mijn man enkele maanden verlof kunnen nemen om voor hem te zorgen. Normaal zijn we over een week weer thuis. En dan zal Felix zich gewoon kunnen ontwikkelen, zoals elk kind. Een topsporter of militair zal hij niet worden, maar dat maakt niet uit. Als hij maar gelukkig is.”
(Tekst: Ria Goris)