Nieuw preventief middel tegen CMV-infectie na niertransplantatie heeft minder bijwerkingen

11 juli 2023

Artsen in UZ Leuven werkten mee aan een grote internationale studie die twee preventieve middelen tegen infectie met het cytomegalovirus (CMV) na niertransplantatie vergeleek. Ze ontdekten dat letermovir, een medicijn met een volledig nieuw werkingsmechanisme, even goed infecties voorkomt als de klassieke aanpak met valganciclovir, maar minder ernstige bijwerkingen heeft en dus veiliger is. De resultaten werden gepubliceerd in het toonaangevende medische tijdschrift JAMA.

Prof. dr. Dirk Kuypers, diensthoofd nefrologie in UZ Leuven: “De klassieke aanpak om CMV-infecties te vermijden na niertransplantatie gaat vaak gepaard met ernstige beenmergonderdrukking, waardoor patiënten een hoger risico lopen om mogelijk dodelijke infecties met schimmels of parasieten te ontwikkelen." (Beeld: iStock)

Een infectie met het cytomegalovirus (CMV) is bij gezonde volwassenen meestal onschuldig, maar kan ernstige gevolgen hebben na een transplantatie. Standaard krijgen mensen na een niertransplantatie daarom een preventieve behandeling met het antiviraal middel valganciclovir. Dat werkt goed tegen infecties, maar veroorzaakt bij heel wat patiënten ernstige beenmergonderdrukking en daardoor een verminderde aanmaak van o.a. witte bloedcellen. Om die reden wordt het niet routinematig gebruikt bij beenmerg- en stamceltransplantaties.

600 transplantatiepatiënten uit 94 centra wereldwijd

UZ Leuven werkte mee aan een grote prospectieve, gerandomiseerde studie die onderzocht of letermovir een goed alternatief kan zijn voor de huidige standaardbehandeling om CMV-infecties na niertransplantatie te voorkomen. Meer dan 600 patiënten verspreid over 94 transplantatiecentra wereldwijd namen deel aan de studie, waarvan een twintigtal in UZ Leuven. Zij hadden allemaal een hoog risico op een ernstige CMV-infectie omdat ze zelf CMV-negatief waren en een CMV-positieve donornier kregen.

Even efficiënt maar veiliger

De patiënten kregen tot 200 dagen na hun niertransplantatie ofwel de klassieke preventieve behandeling met valganciclovir, ofwel het nieuwe letermovir, en werden een jaar lang opgevolgd. Ernstige CMV-infecties kwamen even veel voor in beide groepen (bij ongeveer 1 op de 10 patiënten). Maar opmerkelijk was dat de alternatieve aanpak met letermovir veel minder vaak een daling van het aantal witte bloedcellen veroorzaakte (bij 26% van de patiënten in vergelijking met 64% in de valganciclovir-groep). De behandeling werd minder vaak vroegtijdig stopgezet omwille van algemene bijwerkingen. Ook ontstonden er in de letermovir-groep geen virale mutaties, terwijl die in de valganciclovir-groep bij 1 op de 10 geïsoleerde virusstalen gevonden werden en gelinkt zijn met resistentie tegen antivirale middelen.

Onze studie ontdekte dat letermovir even efficiënt is in het voorkomen van CMV-infecties, maar ook dat het veiliger is en een gunstiger bijwerkingenprofiel heeft.
Prof. dr. Dirk Kuypers, diensthoofd nefrologie in UZ Leuven

Prof. dr. Dirk Kuypers, diensthoofd nefrologie en hoofdonderzoeker van de studie in UZ Leuven: “De klassieke aanpak om CMV-infecties te vermijden na niertransplantatie gaat vaak gepaard met ernstige beenmergonderdrukking, waardoor patiënten een hoger risico lopen om mogelijk dodelijke infecties met schimmels of parasieten te ontwikkelen. Onze studie ontdekte dat letermovir even efficiënt is in het voorkomen van CMV-infecties, maar ook dat het veiliger is en een gunstiger bijwerkingenprofiel heeft. Dat de alternatieve behandeling niet gelinkt is aan mutaties van het CMV-virus is bijzonder interessant en goed nieuws voor het bestrijden van eventuele latere infecties, na de preventieve fase.”

Meer informatie

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 24 juli 2024