Uretero-renoscopie (URS)

Doel

De uretero-renoscopie wordt uitgevoerd om:

• Nier- of ureterstenen te verwijderen of te vergruizen.
• Afwijkingen of vernauwingen in de urinewegen te onderzoeken.
• Weefselmonsters (biopsie) te nemen voor verder onderzoek.
• Afwijkende structuren of tumoren te behandelen.

Vooraf

• Medicatiegebruik: Overleg met uw arts over uw medicatie. Sommige bloedverdunners moeten tijdelijk worden gestopt.
• Antibiotica: Soms krijgt u vooraf antibiotica om infecties te voorkomen.

Opname

Voor een uretero-renoscopie moet u voor 1 nacht worden opgenomen.

Voorbereiding

• Op de ochtend van de operatie meldt u zich aan de incheckbalie. Een verpleegkundige zal u voorbereiden op de ingreep.
• Voorafgaand aan de ingreep kunnen aanvullende onderzoeken nodig zijn, zoals een urineonderzoek, bloedonderzoek of een CT-scan.

Verloop

Een uretero-renoscopie duurt gemiddeld 30 minuten en gebeurt onder algemene of regionale verdoving.

• De arts brengt voorzichtig een dunne kijkbuis via de plasbuis en blaas naar de urineleider en nier.
• Afhankelijk van de reden voor de ingreep kan de arts stenen verwijderen, laservergruizing toepassen, een vernauwing verwijden of een biopsie nemen.
• Soms wordt na de ingreep een tijdelijke dunne buis (dubbel-J-stent) in de urineleider geplaatst om de urineafvoer te vergemakkelijken na de ingreep. Deze moet opnieuw verwijderd worden bij een volgende afspraak.
• De ureteroscoop wordt verwijderd en u wordt naar de postanesthesie-zorgafdeling (PAZA) gebracht.
• Wanneer de urine erg bloederig is, plaatst de chirurg een blaassonde via de plasbuis. De urine vloeit dan gemakkelijker af in een opvangzak. Deze sonde kan spasmen (krampen) veroorzaken. U kan hiervoor pijnstillende medicatie krijgen. De sonde kan doorgaans snel verwijderd worden.

Afhankelijk van het verloop van de ingreep en uw herstel mag u meestal dezelfde dag of de volgende dag naar huis. 

Nazorg en herstel

• U kunt kortdurend last hebben van een branderig gevoel bij het plassen. 
• Een beetje bloedverlies in de urine is normaal en verdwijnt meestal binnen enkele dagen.
• Drink voldoende water om de urinewegen goed door te spoelen (1.5 liter extra per dag).
• Douchen is toegestaan.
• Vermijd fietsen en zware lichamelijke inspanningen, de eerste twee weken en volg de pijnstillingsinstructies van uw arts op. 
• Bij plaatsing van een stent kan u vaker aandrang voelen om te plassen en een drukkend gevoel in de zij of de blaas hebben.
• Gebruikt u bloedverdunnende medicatie? Uw uroloog bepaalt wanneer u deze weer mag herstarten.

Mogelijke complicaties

Hoewel de ingreep veilig is, kunnen er complicaties optreden, zoals:

• Tijdelijke pijn of bloedverlies bij het plassen.
• Blaasontsteking of urineweginfectie.
• Beschadiging van de urinewegen.
• Nierkolieken door de passage van kleine steendeeltjes.
• Zeldzaam: Vernauwing van de urineleider door littekenvorming.

Wanneer neemt u best contact op met een arts?

• Koorts boven 38,5°C.
• Hevige pijn die niet vermindert met pijnstilling.
• Bloed in de urine dat niet stopt of als u bloedstolsels plast.
• Niet kunnen plassen of het gevoel niet goed uit te plassen.

Opvolging

• U krijgt controleafspraak bij de uroloog om uw herstel te evalueren en eventuele verdere behandeling te bespreken.
• Als een stent is geplaatst, zal deze op een later moment worden verwijderd.