Bloed geven is niet alleen een prachtige daad van solidariteit, je redt er ook levens mee. Op de site van campus Gasthuisberg heeft het Rode Kruis een donorcentrum, waar je bloed kan doneren. Maar vooraleer het bloed bij de patiënt terechtkomt, doorloopt het een heel proces. Het bloed dat je als donor geeft, gaat eerst naar het centrale labo van het Rode Kruis in Mechelen om het te laten testen. Daarna gaat het naar een productielab in Mechelen of Gent, waar de centrifuge er drie bloedproducten van maakt: bloedcellen, plasma en bloedplaatjes. Rode bloedcellen transporteren zuurstof door het lichaam. Plasma speelt onder meer een belangrijke rol bij het stollingsproces en het immuunsysteem en bloedplaatjes hebben een belangrijke rol bij het stoppen van bloedingen. Het Rode Kruis controleert of er geen virussen en bacteriën in het donorbloed zitten. Het mag bovendien niet te veel witte bloedcellen bevatten, want die verhogen de kans op een transfusiereactie of koorts bij de ontvanger.
Vanuit Mechelen reist het bloed naar UZ Leuven, waar het Rode Kruis ook een eigen labo heeft. In dat labo gebeuren de laatste testen op het bloed. Zo checken de laboranten bijvoorbeeld of er geen risico op reactie bestaat tussen de antistoffen van de patiënt en het donorbloed. Wanneer dat achter de rug is, wordt het bloed vrijgegeven voor de patiënt. De zakjes kunnen nu opgehaald worden door medewerkers van het ziekenhuis. Elke keer als zij bloed meenemen, moeten ze het inscannen, zodat de zakjes op elk moment traceerbaar zijn.
Respect voor donoren
Veiligheid staat voorop: binnen UZ Leuven is er een team dat specifiek over de kwaliteit van de bloedtransfusies waakt. Prof. dr. Timothy Devos staat als hematoloog en transfusiearts aan het hoofd van dat zogenaamde hemovigilantieteam. “We volgen de analyse en rapportering van transfusiereacties bij patiënten op. En we zorgen ervoor dat bloedzakjes die niet toegediend worden op tijd weer in het labo van het Rode Kruis belanden en niet verspild worden, mede uit respect voor de donoren.”
20% minder bloedtransfusies in 10 jaar in UZ Leuvenprof. dr. Timothy Devos
Waar gaat al het bloed dan naartoe in het ziekenhuis? In de eerste plaats naar het operatiekwartier, om bloedverlies tijdens operaties op te vangen. “Hoeveel bloed er nodig zal zijn, hangt af van de ingreep. Veel operaties kunnen zonder bloedzakjes, bij hartchirurgie of dringende ingrepen is er dan weer vaak extra bloed nodig.”
In de bres tegen COVID-19
Naast patiënten in het operatiekwartier en op intensieve zorg helpen de bloedproducten ook langdurig zieke patiënten. Rode bloedcellen zijn daarbij vooral bestemd voor mensen met bloedarmoede.
“Vooral bij bloedziektes moeten we veel bloedcellen toedienen. Bijvoorbeeld bij mensen met een chronische beenmergziekte, waarbij de aanmaak van rode bloedcellen verstoord is. Omdat rode bloedcellen sowieso na 90 dagen afsterven en die patiënten zelf te weinig cellen produceren, hebben ze regelmatige transfusies nodig om het tekort aan te vullen. Vaak hebben patiënten met oncologische of hematologische aandoeningen dat extra bloed echter niet blijvend nodig. Ze krijgen het vooral omwille van hun chemotherapie of andere behandelingen die de bloedaanmaak tijdelijk onderdrukken.”
Bloedplaatjes zijn net als de rode bloedcellen bedoeld voor operaties en voor patiënten die er op dat moment nood aan hebben. Plasma dient dan weer om via een transfusie stollingsfactoren te geven aan patiënten. Plasma is bovendien de sleutel in een belangrijke studie in UZ Leuven om COVID-19-patiënten te helpen: het DAWn Plasma-onderzoek. De studie loopt ook in 20 andere ziekenhuizen in ons land. “Als je besmet raakt met een virus maakt je lichaam antistoffen aan. Die antistoffen zijn dan volop aanwezig in je bloedplasma en helpen je beschermen tegen de infectie. Dus dienen we aan zieke COVID-19-patiënten plasma toe van donoren die het virus gehad hebben en twee weken symptoomvrij zijn.”
De studie is nog niet afgelopen en voor resultaten is het dus nog te vroeg. De kennis die de wetenschappers nu verzamelen, zal in de toekomst van pas komen, mocht er een nieuw onbekend virus opduiken.
Bloed in cijfers
450-470 ml
39%
61%
Minder bloed nodig
Bloed is kostbaar en zeldzaam. Gelukkig is er door de jaren heen alsmaar minder bloed nodig in de ziekenhuizen. Wetenschappers zijn voortdurend op zoek naar manieren om het bloedverbruik terug te dringen. Daarbij is het belangrijk om werkwijzen te vinden die even doeltreffend maar zuiniger zijn. “Er zijn bijvoorbeeld nieuwe operatietechnieken ontwikkeld met minder bloedverlies. En tijdens de operatie vangen we het bloed van de patiënt op om het daarna weer toe te dienen. We maken gebruik van medicatie die de bloedaanmaak bij patiënten bevordert. Bovendien heeft wetenschappelijk onderzoek ons geleerd dat we transfusies ook kunnen opstarten bij lagere bloedwaarden en we dus minder snel een beroep moeten doen op donorbloed. Het is een combinatie van factoren. Op die manier is het aantal bloedtransfusies in UZ Leuven de voorbije tien jaar met 20 procent gedaald.”
Of het nu gaat om wetenschappelijke studies, chirurgische operaties of de behandeling van chronische patiënten, de bloedzakjes zijn en blijven cruciaal voor de goede werking van UZ Leuven. “We hebben donoren broodnodig”, besluit professor Devos. “Bij deze doe ik dan ook een warme oproep, aan iedereen die kan, om een afspraak te maken om bloed of plasma te geven via rodekruis.be.”