Een eitje en een zaadje

1 oktober 2020
Vertel je een kind dat het verwekt is met de hulp van een zaaddonor? Wat betekent het als je geen genetische band hebt met je eigen kind? En hoe kijken de ei- en zaadceldonoren zelf naar de anonimiteit die in ons land geldt bij donatie? Een inkijk in de spreekkamer van de psychologe van het fertiliteitscentrum.

Soms gaat een kindje krijgen niet van- zelf. Een ei- of zaadcel van een andere persoon kan dan een oplossing zijn. Zowel koppels, heteroseksueel of lesbisch, als alleenstaanden kunnen daarvoor terecht bij het Leuvens universitair fertiliteitscentrum.

Bij het afstaan van ei- of zaadcellen of het ontvangen ervan komt heel wat kijken. Daarom gaan zowel de ontvangers als de donoren eerst langs bij psychologe Uschi Van den Broeck. “Mensen denken nogal snel dat ze naar de psycholoog moeten om zich te laten evalueren voor ze ei- of zaadcellen mogen geven of ontvangen.

We checken natuurlijk een aantal parameters, maar het gaat er vooral om dat we op een andere manier een gezin proberen te maken. En daarbij willen we de mensen zo goed mogelijk informeren en begeleiden.”

 

Complex proces

Het technische aspect is simpel. Een koppel kan geen kinderen krijgen met eigen genetisch materiaal. De oorzaak daarvan kan een ziekte of een ander vruchtbaarheidsprobleem zijn, maar ook lesbische en alleenstaande mama’s kiezen soms voor donatie.

Zij krijgen ei- of zaadcellen van een donor, worden zwanger en het probleem is opgelost. Toch?

“Niet echt”, zegt Uschi. “Eigenlijk begint het dan pas. Het belangrijkste aspect van ons werk is dat wij ontvangers en donoren helpen na te denken over welke impact deze manier van zwanger worden heeft op hun leven en op het leven van hun kind. De gesprekken zijn een manier om de koppels te leren kennen en hun verhaal te horen. Hoe gaan zij ermee om een kindje op te voeden dat maar met een van beide ouders een genetische band heeft? We merken dat de meeste mensen vooraf toch niet goed weten waar ze aan beginnen.”

Het is voor wensouders belangrijk om na te denken over de waarde die ze aan een genetische band hechten
psychologe Uschi Van den Broeck

Genetische band

Wanneer toekomstige ouders met ei- of zaadceldonatie van start gaan, hebben ze heel wat vragen en angsten. Wie zijn de donoren? Hoe worden donoren en ontvangers gelinkt? Zal het kindje op de ouders lijken of helemaal niet?

“Het is voor wensouders belangrijk om na te denken over de waarde die ze aan een genetische band hechten. Kunnen zij een kind als hun kind zien als ze geen genetische band hebben? We zien dat sommige ouders dat moeilijk kunnen loslaten. We proberen hen daarin te begeleiden door samen op zoek te gaan naar wat een genetische band precies inhoudt, wat je doorgeeft en wat niet of hoe je omgaat met opmerkingen van je omgeving.”

Een andere vraag waar veel wensouders mee kampen, is of ze hun kind al dan niet vertellen dat het met de hulp van een donor verwekt is.

“Vroeger deden mensen dat meestal niet, de laatste jaren is het voor veel wensouders vanzelfsprekend. We raden vooral aan om er vroeg mee te beginnen en het onderwerp al op kleuterleeftijd op een speelse manier te introduceren. Kinderen hechten veel minder belang aan die boodschap dan volwassenen, waardoor ze opgroeien met het idee van donorschap als een deel van hen. Op die manier kunnen ouders en kind samen groeien in dat proces.”

Anonimiteit

Aan de andere kant van het hele verhaal staan de donoren van zaadcellen of eicellen. Of ouders nu kiezen om open te zijn met het kind of niet, de donor is altijd wel ergens aanwezig, ook al neemt hij of zij geen opvoedende rol op zich.

“Donoren zijn in België meestal volledig anoniem. Maar het is normaal dat kinderen zich op een bepaald moment vragen stellen over waar ze vandaan komen als ze een van hun biologische ouders niet kennen. Ze liggen er niet allemaal wakker van en het gaat vaak ook in fases, maar ze zijn er toch allemaal in zekere mate mee bezig.”

Kinderen gaan steeds vaker op eigen houtje op zoek naar hun donor

Anonimiteit is een systeem dat donoren en wensouders beschermt. Donoren hebben op die manier geen enkele wettelijke verplichting ten aanzien van hun donorkind, maar het kind zelf heeft ook geen enkel recht op informatie.

“Uit een onderzoek dat we momenteel uitvoeren bij donoren, weten we dat zij die anonimiteit belangrijk en comfortabel vinden, maar dat ze ook snappen dat het voor de kinderen een moeilijk systeem is.”

“Kinderen gaan steeds vaker op eigen houtje op zoek naar hun donor via sociale media, databanken of meer toegankelijke genetische testen. Op die manier kunnen ze onrechtstreeks dingen te weten komen. Alleen is er in België geen omkadering voor die kinderen. In landen met een open systeem is dat er vaak wel en worden ze mentaal voorbereid op wat ze te weten zullen komen over hun donor en wat die informatie voor hen betekent. Zo’n systeem houdt meer rekening met de belangen van de kinderen en de donoren.”

De onzichtbare

Omdat de donoren meestal anoniem zijn, zijn ze onzichtbaar. Ze verdwijnen ergens in het systeem en er is weinig kennis over hun beleving en hun drijfveren.

“Ook met mannen en vrouwen die een eicel of zaadcel afstaan, bespreken we op voorhand wat het inhoudt om te doneren. We hebben de laatste jaren heel wat onderzoek gedaan naar de ervaring van donoren, hun motivaties, hun visie op anonimiteit”, zegt Uschi.

“Veel donoren zijn begaan met het verhaal van lesbische of alleenstaande vrouwen of kinderloze koppels in hun omgeving. Altruïsme speelt dus zeker een rol. Maar ook het idee ergens nageslacht te hebben, zonder de verantwoordelijkheid van de opvoeding, is voor donoren een drijfveer. Ze halen er een zeker gevoel van eigenwaarde uit. Wat de motivatie ook is, je moet erbij stilstaan wat het voor jou en voor je eventuele gezin betekent.”

Eiceldonoren worden nog vaker over het hoofd gezien. Ze zijn met minder, omdat de procedure veel ingrijpender is. “Eiceldonoren moeten een hele ivf-cyclus doorlopen, onderzoeken ondergaan, medicatie nemen …

De vrouwen die eicellen doneren, zijn vaak enorm gemotiveerd om te helpen. Dat moet ook wel, het is niet iets wat je zomaar doet. Ze zijn vaak zelf al moeder en doneren omdat ze in hun omgeving zien dat het niet altijd zo vlot gaat.”

Het gezin 2.0

Aan het einde van de rit is het vooral belangrijk dat mensen beseffen waar ze aan beginnen. “Donatie is een andere, maar heel mooie manier om naar een gezin te kijken. Het is meer dan gewoon een bouwsteentje vervangen. Je moet ermee om kunnen dat er geen genetische band is. Het is niet helemaal hetzelfde als bij een natuurlijke zwangerschap, maar je kan er ook heel gelukkig mee zijn.

Gerelateerd

Laatste aanpassing: 16 maart 2023