FEVAR / BEVAR

Gefenestreerde endoprothese, Vertakte endoprothese, Fenestrated EndoVascular Aortic Repair, Branched EndoVascular Aortic Repair
De uitgezette grote borst- en/of buikslagader (aneurysma) wordt verstevigd door er een beklede stent (endoprothese) met fenestraties of vertakkingen in te schuiven.

Afspraken

Vaatheelkunde

Indicatie

Als het gaat om een uitgebreid aneurysma, waarbij de buikslagader tot op het niveau van de nierslagaders of erboven verbreed is, is een behandeling met een gewone endoprothese niet mogelijk. 

De endoprothese moet in dat geval op maat gemaakt worden om openingen te voorzien op de plaats waar de vertakkingen van de nierslagaders en eventueel de darmslagaders zitten. Dat heeft als doel een voldoende lange afdichtingszone te verzekeren. Dit type prothese heet een gefenestreerde endoprothese of FEVAR. Bij deze techniek kunnen de nier- en darmslagaders ‘aangesloten’ worden op de endoprothese door middel van stents.

Aneurysma behandeld met een gefenestreerde / vertakte endoprothese (FEVAR / BEVAR)

Soms wordt om technische redenen niet gekozen voor een opening om de verbinding te maken tussen de endoprothese en de nier- of darmslagader, maar voor zijarmpjes. In dat laatste geval spreken we van een vertakte (‘branched’) prothese of BEVAR. 

Combinatie FEVAR en BEVAR

Soms is het noodzakelijk te kiezen voor een combinatie van fenestraties en vertakkingen (FEVAR/BEVAR). 

In het geval van een combinatie van beide procedures, zal de ingreep vaak in meerdere stappen gebeuren omwille van de complexiteit. De verschillende componenten van de endoprothese kunnen dan niet tijdens eenzelfde ingreep geplaatst worden.

Voorwaarden

Deze ingreep kan alleen gebruikt worden als het aneurysma aan een aantal voorwaarden voldoet:

  • Het aneurysma is niet te bochtig
  • Er is genoeg gezonde slagader aanwezig om de endoprothese te kunnen verankeren
  • De liesslagaders zijn niet te nauw of te kronkelig

Voordelen

Een endovasculaire behandeling van aneurysma's is minder ingrijpend en belastend dan de klassieke techniek om een vaatprothese te plaatsen. Zo is het voor een endoprothese niet nodig om de buik volledig open te maken om de buikslagader vrij te leggen. Een minimaal invasieve ingreep, waarbij slechts enkele kleine insnedes gemaakt worden, volstaat. 

  • Minder zware operatie: slechts twee of drie kleine insnedes
  • Vlotter herstel en dus sneller naar huis
  • Ook geschikt voor patiënten in minder goede conditie
  • Lager risico op complicaties en overlijden

Er zijn ook enkele aandachtspunten bij het plaatsen van een endoprothese. Uw arts zal deze uitgebreid met u bespreken.

Het nadeel aan een ingreep door middel van een endoprothese is dat opvolging in de vorm van een CT-scan of echografie noodzakelijk is op regelmatige basis. Daarmee controleren we de correcte aansluiting en positie van de prothese aan de aorta. Meer info daarover vindt u bij complicaties.

Voorbereiding

U moet nuchter zijn

  • Heldere dranken zoals water, thee of fruitsap zonder pulp mag u drinken tot één uur op voorhand.

  • Andere dranken en voedsel vermijdt u vanaf zes uur op voorhand.

U stopt best met roken.

Meestal is het niet nodig om te stoppen met bloedverdunners voor de ingreep. Bespreek dit best met uw arts.

Verloop

Het plaatsen van de endoprothese gebeurt onder algemene verdoving. 

  • Maken van kleine insnedes in de liezen om beide liesslagaders vrij te leggen. Soms wordt ook via de arm gewerkt.

Spinale katheter

Als het aneurysma hoog begint, waardoor een langer deel van de grote lichaamsslagader (aorta) bedekt zal worden met een endoprothese, worden ook meer zijtakjes die het ruggenmerg van bloed voorzien, afgesloten. 

Dat heeft als risico dat het ruggenmerg te weinig bloed krijgt en er tijdelijke of definitieve verlamming van de benen kan optreden. Als dat risico reëel is, kan de chirurg beslissen om een ‘spinale katheter’ te laten plaatsen voor de ingreep. Op die manier wordt geprobeerd het ruggenmerg zo goed mogelijk te beschermen.

  • Via de liesslagader wordt een opgevouwen vaatprothese (endoprothese) tot in de grote buikslagader geschoven.
  • Controleren van de positie van de endoprothese met röntgenstralen en contrastvloeistof.
  • Zodra de endoprothese op de juiste plaats zit, wordt ze opengevouwen. Deze verstevigt zo de uitgerekte bloedvatwand. Het bloed stroomt nu door de endoprothese en niet meer door het aneurysma. 

Ontvouwen van de endoprothese (FEVAR/BEVAR)

  • Via de andere lies krijgt de chirurg vervolgens toegang tot de verschillende zijtakken die de buikorganen van bloed voorzien (maag, lever, darmen, nieren). 

Zijarmpjes

Afhankelijk van de uitgebreidheid van het aneurysma, kunnen tot vier zijarmpjes voorzien worden. Als er gekozen wordt voor een vertakte endoprothese (BEVAR), wordt de verbinding mogelijk gemaakt via de arm of oksel.

Nazorg

U blijft ongeveer 3 dagen in het ziekenhuis, als er geen complicaties optreden. Na de procedure komt u meestal, na een kort verblijf op de post-anesthesie-zorg-afdeling (PAZA), nog dezelfde dag terug naar de gewone verpleegafdeling. 

Als er bij u beslist wordt een spinale katheter te plaatsen, zal u na de procedure eerst 2 tot 3 dagen op de intensieve-zorgafdeling verblijven, omdat de katheter extra monitoring vereist. In dat geval zult u 4 tot 5 dagen in het ziekenhuis verblijven. 

Deze aneurysma-operatie is minder zwaar dan de behandeling met vaatprothese via open chirurgie.

  • De eerste uren na de operatie moet u in bed blijven liggen en mag u niet rechtop gaan zitten om nabloedingen in de liezen te vermijden.
  • ’s Avonds na de operatie mag u wel rechtop in de zetel zitten om uw herstel te bevorderen. Het is mogelijk dat de kinesitherapeut de volgende dag bij u langskomt. 
  • Meestal mag u nog dezelfde avond eten en drinken. 
  • De eerste dag na de operatie kunt normaal eten en rondwandelen.
  •  Er wordt nog een röntgenfoto van de buik gemaakt ter controle.

Als het herstel vlot verloopt, kunt u na de derde dag naar huis.

Omdat ook na een correcte plaatsing van een endoprothese nog altijd de kans bestaat dat later een endoleak optreedt, zal u na de ingreep regelmatig opgeroepen worden voor een CT-scan of echografie.

Koorts

Het is normaal dat u de eerste dagen tot weken na de ingreep koorts heeft (tot 38,5°C). Dat is een reactie van uw lichaam op de endoprothese.

Complicaties

Het plaatsen van een endoprothese is een veelvoorkomende ingreep met relatief weinig risico's. Bij deze ingreep is er, zoals bij elke ingreep, altijd een kleine kans op complicaties. Uw arts zal deze vooraf met u bespreken tijdens de raadpleging. 

Tijdens de procedure wordt contrastvloeistof gebruikt. Die vloeistof kan bij patiënten met minder goed werkende nieren de nierfunctie aantasten. Meestal is het voldoende om de nieren nadien voldoende vocht te geven en herstelt de nierfunctie geleidelijk, maar soms is nierdialyse (tijdelijk) noodzakelijk.

Tijdens de procedure is het mogelijk dat het bloedvat van de nieren of de darmslagader beschadigd raakt. Indien mogelijk wordt dat hersteld tijdens de ingreep. Soms kan het bloedvat niet hersteld worden of gaat het bloedvat tijdens de ingreep dicht. In dat geval is het mogelijk dat een goed werkende nier of darm plots geen bloed meer krijgt. Als een goed werkende nier plots geen bloed meer krijgt, is (tijdelijke) dialyse soms noodzakelijk. Als een deel van de darm plots geen bloed meer krijgt, bestaat de kans dat een aanvullende darmoperatie noodzakelijk is. Dat gebeurt zelden.

Soms sluit de endoprothese niet goed aan op de gezonde vaat wand, waardoor er een zogenaamd ‘endoleak’ ontstaat. Omdat de prothese niet goed meer aansluit aan de aorta, vult het oorspronkelijke aneurysma zich opnieuw met bloed. In dat geval moet de endoprothese verlengd worden. 

Ook langs een zijtak van de grote slagader kan er een endoleak ontstaan, waardoor het aneurysma ook weer gevuld wordt met bloed. Dat type endoleak komt regelmatig voor en verdwijnt meestal spontaan. Dit volgen we goed op door middel van de controle-CT-scan. In sommige gevallen is voor dit endoleak een bijkomende behandeling noodzakelijk, waarbij we het zijtakje meestal kunnen dichtlijmen. 

Het is ook mogelijk dat een endoleak pas jaren na de ingreep ontstaat, ook al was het onmiddellijke resultaat na de procedure perfect. Een zorgvuldig en regelmatig onderzoek met de CT-scan of met een echografie blijft daarom ook na de ingreep noodzakelijk.

Tijdens het plaatsen van een endoprothese is het mogelijk dat een van de takken van de bekkenslagaders moet worden afgesloten. Die voorzien onder meer de bilspieren van bloed. Het is mogelijk dat u in dat geval na de operatie pijn krijgt in de bil nadat u een bepaalde afstand gewandeld heeft (bilclaudicatio). Dat is meestal een tijdelijk probleem dat zich vanzelf oplost, omdat het lichaam nieuwe zijtakjes maakt.

Het is mogelijk dat er zich bepaalde complicaties voordoen, zoals bijvoorbeeld een endoleak, zodat op termijn opnieuw een ingreep uitgevoerd moet worden. De kans op een herhaling van de interventie ligt hoger dan bij een open aneurysmaherstel.

Om het risico op een ruggenmerginfarct en bijgevolg verlamming van de benen zo laag mogelijk te houden, kan beslist worden om een spinale katheter te plaatsen via een ruggenprik. Dat wordt uitgevoerd door een anesthesist en indien van toepassing zal de anesthesist er voordien extra informatie over geven. Verlamming of paraplegie komt gelukkig zelden voor, maar zelfs met een spinale katheter, is het risico op verlamming niet volledig onbestaand. 

Het risico op verlamming aan beide benen (paraplegie) bij een uitgebreid aneurysma is bij een open heelkundige behandeling en endovasculaire behandeling vergelijkbaar.

Naast de bovenstaande complicaties die specifiek zijn voor het plaatsen van een endoprothese, kunnen er bij deze ingreep ook meer algemene complicaties optreden. Mogelijke complicaties zijn: 

  • Wondinfecties, trombose, longembolie (bloedklonter in longvaten), bloedingen en/of beschadiging van organen of zenuwen kunnen altijd voorkomen.
  • Longontsteking of hartinfarct komen na een operatie wat vaker voor dan normaal.
  • Het is onvermijdelijk dat bij een operatie gevoelszenuwen in de huid doorgesneden worden. Dit kan een doof gevoel geven in de buurt van het operatielitteken. Meestal wordt dit gevoel opnieuw normaal na enkele maanden.

Door de grote aandacht om deze complicaties te voorkomen, is de kans hierop gelukkig gering.

Praktische informatie

  • U mag douchen 2 dagen na de operatie. Een bad stelt u best enkele weken uit, totdat de wonde genezen is.
  • U mag weer werken na 2 weken.
  • U heeft geen rijverbod.
  • U mag twee weken na de ingreep niet fietsen.
  • U heeft een hefverbod van 2 weken.
Laatste aanpassing: 10 oktober 2024