Op weg naar huis, na een feestje, beluister ik een podcast. Aan het woord is een muzikant van 59 jaar oud die uitvoerig over zijn leeftijd jammert. Dat de tijd zo snel voorbijgevlogen is. Dat hij zich nog altijd die jonge kerel van 20 voelt. Dat die vreselijke 60 zich als een onoverkomelijke hindernis aandient. Dat elke dag nu telt, want op deze leeftijd besef je pas echt dat het leven broos en eindig is.
Ik luister en begrijp hem wel. Zelf heb ik intussen die kaap van 60 genomen, en geniet ik alweer van de veilige afstand tussen mij en het volgende tiental. Maar jammeren en klagen omdat je ouder wordt? Ik blijf het toch wat zielig en ondankbaar vinden.
Nauwelijks een uur eerder, op dat feestje, sprak ik met een vrouw van mijn leeftijd die vorig jaar haar zoon verloor. Drieëndertig was hij, toen de ziekte hem velde. Dag na dag, uur na uur herinnert de moeder zich nog hoe het afscheid verliep. Nu, een jaar later, staat de wonde nog altijd open en is de pijn nog helemaal niet verzacht. “Een kind hoort niet te sterven voor zijn ouders”, fluisterde ze, met tranen in de ogen. En ik kon alleen maar knikken en in stilte mijn zegeningen tellen.
Dus ja, dankbaarheid is op zijn plaats als je ouder wordt. Zelf vind ik het oprecht mooi om levenservaring op te bouwen, wijzer te worden, meer zelfvertrouwen en balans te hebben. Om mijn kinderen te zien opgroeien, kleinkinderen te krijgen, steeds beter te relativeren en te nuanceren en ook meer te genieten van de goede dingen van het leven.
Zolang ik er zin in heb
Tegelijkertijd irriteert het mij als mensen mij op mijn leeftijd aanspreken.
“Hoelang wil je nog voor tv blijven werken?”, vroeg een andere vrouw mij op dat feestje.
“Zolang ik er zin in heb”, antwoordde ik, lichtjes geërgerd.
Haar ogenschijnlijk neutrale vraag verwees naar mijn leeftijd. Op zich is daar niets mis mee, want de ene leeftijd is niet beter of slechter dan de andere. Maar in haar ondertoon vermoedde ik een andere vraag: “Word je stilaan niet te oud voor het scherm?” Dat negatieve sfeertje rond ouder worden valt me steeds vaker op. Jong staat voor: leuk, hip, fris, pittig, energiek. Oud staat voor: grijs, saai, lelijk, moe, uitgeblust.
Op een dag weigerde mijn Instagram dienst. Om het euvel op te lossen moest ik mijn leeftijd opgeven. Nietsvermoedend tikte ik 61 in, en hop, de deur van Instagram zwaaide opnieuw wijd open voor mij. Sindsdien sta ik versteld van de reclame die ik nu dagelijks binnenkrijg. Een toestel tegen angst- en paniekaanvallen. Antiagingcrèmes. Grote maten-ondergoed. Afslankpillen. Plompe schoenen met steunzolen. Worry-free ondergoed, om urineverlies op te vangen. Uitvaartverzekeringen. Stoelyoga, met oefeningen die je vanuit je stoel kan uitvoeren.
Echt, ik verzin het niet. Dit is hoe de reclamewereld naar een vrouw van 60-plus kijkt. Ze is angstig, raakt snel in paniek, heeft rimpelcrèmes nodig en pillen om te vermageren. Ze stapt slecht, tenminste als ze nog kan of durft stappen, want vanwege haar urineverlies draagt ze luiers. Kortom, ze moet dringend haar erfenis en uitvaart regelen.
Maar goed, terug naar dat feestje en die vrouw met haar irritante vraag. Voor haar was het vermoedelijk gewoon een goedbedoelde vraag. Net zoals haar volgende opmerking misschien gewoon een complimentje was:
“Je bent in het echt veel slanker dan op tv.”
“Tv verdikt 10 kg”, leg ik vriendelijk uit.
En dan, haar finale zet:
“Oh, dat wist ik niet. In elk geval, jij ziet echt er goed uit voor je leeftijd.”
“Jij ook”, zou ik willen antwoorden. “Voor jouw leeftijd zie jij er nog goed uit.” Maar beleefd als ik ben, slik ik mijn woorden in.
De moraal van dit verhaal? Geef nooit, maar dan ook nooit een compliment gevolgd door die laatste drie woordjes: “voor je leeftijd”. Zeg gewoon: “Jij ziet er goed uit.”
Annemie Struyf
Annemie Struyf is journaliste, tv-maker, schrijfster en moeder van vijf kinderen. Van thuisstad Leuven tot in het verre buitenland: Annemie gaat altijd op zoek naar authentieke verhalen. Verhalen van schoonheid en troost, die de blik verruimen en het hart verwarmen.