Opvolging door het aortateam

U kunt bij het aortateam terecht voor deskundig advies over aorta-aandoeningen, de mogelijke behandeling en opvolging ervan. 

Voorstelling van het aortateam

Het aortateam van UZ Leuven bestaat uit verschillende specialisten van de diensten cardiale heelkunde, vaatheelkunde, cardiologie, radiologie en het centrum menselijke erfelijkheid. Zowel na de diagnose van uw aorta-aandoening als tijdens en na uw operatie zullen verschillende zorgverleners u van nabij opvolgen.

Verpleegkundig specialist

Multidisciplinaire bespreking van uw dossier

Uw medisch dossier wordt bij voorkeur multidisciplinair besproken tijdens vaste overlegmomenten (aortakrans). Specialisten van de verschillende disciplines bundelen hun expertise op vlak van diagnostiek, behandeling en opvolging. Zij beslissen welke behandeling het meest geschikt is voor u. Dit kan een conservatieve aanpak (medicatie en veranderingen in levensstijl) of chirurgie zijn.

Levenslange opvolging

Na de diagnose of behandeling van een aorta-aandoening is levenslange opvolging door de cardioloog, hartchirurg en/of vaatchirurg noodzakelijk. Afhankelijk van de aard van uw aorta-aandoening en het type behandeling dat u onderging, kan uw opvolgingstraject er anders uitzien. Wij zorgen er steeds voor dat u goed terechtkomt.

Uw verdere opvolging zal door de dienst cardiale heelkunde of vaatheelkunde georganiseerd worden.

Klik hieronder om meer te weten te komen over uw opvolging op deze diensten.

De aortaraadpleging van cardiale heelkunde wordt standaard uitgevoerd door een verpleegkundig specialist met een expertfunctie in aorta-aandoeningen, onder supervisie van een cardiochirurg. De verpleegkundig specialist speelt een centrale rol in uw verdere opvolging. Verpleegkundige en medische taken zoals controle van de bloeddruk en pols, het bevragen van uw klachten en bespreken van uitgevoerde onderzoeken worden tijdens deze raadpleging uitgevoerd. De verpleegkundig specialist zorgt voor een persoonlijke begeleiding en stroomlijnt uw verdere opvolging.

Na een operatie aan de aorta, kom u minstens één keer per jaar op controle.

Tijdens deze aortaraadpleging:

  • vragen we of u klachten ervaart.
  • gaan we na of de bloeddruk onder controle is.
  • controleren we of de medicatie goed verdragen wordt.
  • kijken we de aorta zelf na via een CT- of MR-scan, al dan niet in combinatie met een transthoracale echocardiografie (TTE). 

U wordt op de raadpleging gezien door een (vaat)chirurg in opleiding, onder supervisie van een staflid vaatheelkunde. U zult ook even gezien worden door het staflid zelf. Tijdens de raadpleging worden er naast een klinisch onderzoek enkele vragen gesteld om een idee te krijgen van uw actuele gezondheidstoestand.

Uw opvolgingstraject zal variëren in functie van de aard van uw aorta-aandoening of ingreep. Concreet betekent dit dat naargelang de aard van uw aorta-aandoening of ingreep, er beeldvorming (duplexscan of CT-scan) zal uitgevoerd worden op regelmatige tijdstippen. Zo zal er bij een open ingreep van de aorta een minder strikte opvolging zijn vanaf één jaar na de operatie, terwijl u na een endovasculaire ingreep van de aorta levenslang op jaarlijkse basis zult opgevolgd worden (door middel van beeldvorming, met of zonder raadpleging).

Afspraken

Vaatheelkunde
Laatste aanpassing: 22 augustus 2024