Radiotherapie

Uitwendige bestraling met ioniserende stralen (fotonen of elektronen) opgewekt door een lineaire versneller.
Bestralingsmasker

Afspraken

Radiotherapie-oncologie

Behandeling in 4 stappen

Uw dossier wordt eerst grondig besproken door een multidisciplinair oncologisch team (MOC). In dit team zit onder andere de radiotherapeut-oncoloog, radioloog, chirurg, medisch oncoloog, , … . Samen wordt er besloten dat voor uw indicatie een bestraling de beste behandelingsoptie is. 

Voor de behandeling start, maakt u kennis met de radiotherapeut-oncoloog, de arts die gespecialiseerd is in bestralingsbehandelingen. Dit eerste contact kan gebeuren op de bestralingsafdeling zelf, op de consultatie of op de verpleegafdeling. De radiotherapeut-oncoloog bespreekt met u de behandeling die voor u het meest geschikt is (het behandelingsplan).

Tijdens dit eerste gesprek krijgt u veel informatie te verwerken: waarom is de bestraling nodig, wat is de doelstelling, wat zijn de verwachte voordelen, hoe vaak wordt u bestraald, wat zijn de mogelijke bijwerkingen, technische aspecten, ... De clinical support manager geeft u aansluitend nog praktische informatie rond de behandeling. Ook de toevoeging van systeemtherapie of de nood aan ondersteunende medicatie wordt besproken.

Als u dit wenst, kunt u nadien ook een gesprek hebben met de sociaal werker van de bestralingsafdeling. Deze zal u bijkomende uitleg geven over de verschillende stappen van de behandeling en samen met u naar oplossingen zoeken voor mogelijke praktische problemen.

In de volgende stap wordt u uitgenodigd voor de voorbereidende scan. In de simulatieruimte wordt de bestraling verder voorbereid door middel van een CT-scan. Deze CT-scan wordt gebruikt om voor u een individueel bestralingsplan te maken.

Tijdens het nemen van de CT-scan wordt de meest aangewezen lichaamshouding bepaald om de tumor zo accuraat mogelijk te bestralen. Patiënten die ter hoogte van het hoofd en/of hals bestraald worden, krijgen een individueel bestralingsmasker. Dit individueel fixatiemateriaal zorgt ervoor dat u steeds op dezelfde manier gepositioneerd wordt en niet kan bewegen tijdens de bestralingssessie. Er zijn verschillende types bestralingsmaskers, die afhankelijk van de indicatie kunnen verschillen. Zo kan er geopteerd worden om een kort masker tot aan de kin te gebruiken of een lang masker waarbij ook de schouders gefixeerd worden. 

Afhankelijk van de regio die bestraald wordt, zijn er mogelijks nog bijkomende onderzoeken nodig, is er intraveneus contraststof nodig of gebruiken we speciale ademhalingsgestuurde technieken. Maar dit zal steeds met u besproken worden. 

Na de CT-scan zal de verpleegkundige/technoloog medische beeldvorming u de afspraken voor uw bestraling meedelen (dag, uur, tijd) en het toestelnummer van het bestralingstoestel. Het is belangrijk om te weten dat deze uren van afspraak informatief zijn en nog kunnen wijzigen.

De radiotherapeut-oncologen en fysici beschikken nu over de nodige gegevens om de bestraling voor te bereiden.

De eerste bestraling volgt meestal 1  à 2 weken na de simulatie. Deze tijdspanne is nodig om uw individueel behandelingsplan te maken en de nodige berekeningen en kwaliteitscontroles uit te voeren.

Op de afdeling zijn er meerdere bestralingstoestellen. U begeeft zich naar het toestelnummer dat op uw afsprakenbrief staat.

Voor de bestraling kan starten moet u, afhankelijk van het te bestralen regio, de kledij uit doen. 

  • De verpleegkundige/technoloog medische beeldvorming installeert op de tafel in de juiste houding. Er wordt gebruik gemaakt van een oppervlakte scanning systeem. Hiermee wordt de aangewezen positie digitaal over u geprojecteerd zodat u correct gepositioneerd bent voor de bestraling.
  • Als er een bestralingsmasker werd gemaakt, zal deze elke keer opgezet worden.
  • Wanneer u correct op de tafel ligt, verlaten de verpleegkundigen/technologen de behandelingsruimte en begeven zich naar de aanpalende bedieningsruimte. In de behandelingsruimte hangen camera’s en microfoons waarmee u contact kunt houden met de verpleegkundigen/technologen.
  • Voordat de bestraling start, wordt er een CT-scan gemaakt om uw positie te verifiëren. De tafel kan in bepaalde richtingen bewegen en kleine aanpassingen tot op de millimeter uitvoeren.
  • De effectieve bestraling duurt enkele minuten, hier voelt u niks van. 
  • Het toestel draait een aantal keren rond u. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen.
  • Indien nodig, zal u tijdens de bestraling gecoacht worden door de verpleegkundige/technoloog medische beeldvorming om de DIBH-techniek uit te voeren.
  • Als de sessie is afgerond, wordt u van tafel geholpen en mag u de ruimte verlaten.

De totale duur van uw behandeling is afhankelijk van uw individueel bestralingsschema. 

Elke sessie duurt 10 à 25 minuten en is afhankelijk van de indicatie of lokalisatie.

U hebt wekelijks of om de 2 weken een afspraak bij de radiotherapeut-oncoloog, aansluitend op uw bestraling. Hij/zij kijkt na of u de bestraling goed verdraagt en u hebt de gelegenheid om vragen te stellen, voorschriften en medische attesten te vragen.

Bekijk de video over het verloop van een bestralingsbehandeling

Bekijk de video over het verloop van een bestralingsbehandeling

Professionele hulp

Het hele behandelteam zal u begeleiden bij uw behandeling en het beheer van bijwerkingen. Tijdens de behandeling kunt u een beroep doen op uiteenlopende professionele hulpverleners.

  • diëtist (voedingsadviezen)
  • sociaal werk (advies en begeleiding zowel op persoonlijk als familiaal vlak)
  • kinesitherapeut
  • psycholoog/seksuoloog
  • gespecialiseerde verpleegkundige wondzorg;
  • logopedist
  • onthaal & secretariaat (bijkomende info);
  • patiëntenvoorlichting (rondleidingen, infonamiddagen, brochures, verenigingen, …).

Het is ook essentieel dat je open communiceert met het behandelteam over eventuele zorgen of bijwerkingen die je ervaart, zodat het team de nodige aanpassingen kan maken om je comfort te verbeteren.

Nevenwerkingen

Radiotherapie kan verschillende bijwerkingen veroorzaken. De aard van de bijwerkingen is echter afhankelijk van de plaats van het te bestralen volume en hoe de stralenbundel het lichaam binnen treedt. 

Er zijn 2 soorten bijwerkingen.

  • Acute bijwerkingen: deze worden veroorzaakt door tijdelijke schade aan het omliggende gezonde weefsel. Ze verschijnen tijdens de behandeling en kunnen progressief toenemen. Deze acute nevenwerkingen ontstaan geleidelijk aan, meestal vanaf de tweede week, maar verdwijnen ook spontaan 2 à 3 weken na de stop van de behandeling.
  • Laattijdige bijwerkingen: deze minder voorkomende nevenwerkingen zijn veroorzaakt door permanente schade aan het gezonde weefsel. Ze kunnen na een paar maanden of soms na jaren verschijnen.

Het is belangrijk op te merken dat niet alle patiënten dezelfde bijwerkingen ervaren en de ernst ervan kan variëren. Ook persoonsgebonden factoren of het al dan niet toevoegen van systeemtherapie zal invloed hebben op de nevenwerkingen. 

De bestraalde huid blijft tot 1 jaar na de therapie een gevoelige plaats. Bescherm de bestraalde huid tegen directe zonlicht en gebruik zonnecrème met ten minste factor 30. Op lange termijn kan de bestraalde huid een permanente donkere verkleuring tonen.

Als er een hoge bestralingsdosis op de hoofdhuid toe komt, ontstaat er haarverlies. Er bestaan verschillende opties zoals een pruik of een sjaaltje om kale plekken te verbergen. 

Is een algemeen effect en kan te wijten zijn aan de combinatie van de verschillende behandelingen of aan het feit dat uw lichaam extra energie vraagt voor uw herstel. Bij vermoeidheid is het belangrijk dat u naar uw lichaam luistert, maar dat u toch ook voldoende blijft bewegen.

Fysieke activiteit als je kanker hebt … Waarom?

  • Het vermindert kankergerelateerde vermoeidheid.
  • Het helpt om ook andere bijwerkingen van je behandeling te verminderen.
  • Je verbetert je fysiek functioneren en levenskwaliteit.
  • Het zal gevoelens van angst en depressie verminderen.
Lees hoe je ook met kanker kunt blijven bewegen

Roken en alcohol

Zowel roken als het drinken van alcohol kunnen de doeltreffendheid van uw behandeling verminderen. Bijgevolg raden wij u aan om te stoppen met roken en alcoholgebruik te beperken. U kan een consultatie aanvragen bij de rookstopbegeleiding

Nazorg thuis

  • Voelt u zich in de dagen of weken na het beëindigen van de bestraling niet goed? Of bent u ongerust bent over bepaalde zaken? Vraag dan na overleg met uw huisarts telefonisch een vervroegde consultatie aan. 
  • Als u uw gevoelens of ervaring wilt delen met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt, zijn er zelfhulpgroepen waar u steeds bij terechtkan.
  • Of neem contact op met de dienst sociaal werk of de Kankerlijn.

Over radiotherapie en de bestralingsafdeling

  • Bestraling of radiotherapie neemt een belangrijke plaats in bij de behandeling van patiënten met kanker. Ongeveer 40-50% van alle patiënten met kanker wordt op een bepaald moment tijdens de ziekte behandeld met radiotherapie, al dan niet in combinatie met chemotherapie en/of doelgerichte medicijnen. 
  • De meerderheid van de bestraalde patiënten wordt behandeld met de bedoeling te genezen, maar radiotherapie speelt ook een belangrijke rol bij het verzachten van klachten. 
  • Bestraling kan alle types cellen in het lichaam doden of beschadigen, maar kankercellen zijn gevoeliger voor straling dan gezonde cellen. Gezonde cellen kunnen immers beter herstellen van lichte stralingsschade dan kankercellen.

Bestralingsafdeling

In ons centrum staan 5 lineaire versnellers voor de toediening van de behandeling en 2 CT-scanners ter voorbereiding van de behandeling.

PDF
Lees de brochure over uitwendige bestraling
PDF - 428.29 Kb (Andere talen:  EN / FR)
Laatste aanpassing: 11 juli 2024