Orthopedische ziekten en behandelingen

#

A

• Achillespeesoverbelasting (Overbelasting achillespees)
• Achillespeesverlenging bij klompvoeten
• Acromioplastie
• Acute lage rugpijn (Rugpijn)
• Anterieure cervicale fusie
• Anterieure enkelimpingement
• Anterieure lumbale interbody fusie (ALIF) (Lumbale fusie)
• Anterolisthesis (Spondylolisthesis)
• Artroscopie heup
• Artrose heup (Heupartrose)
• Avasculaire necrose heup (AVN)

B

• Brachialgie
• Bunionette

C

• Cerebrale parese (CP)
• Cervicale discushernia (Discus hernia)
• Cervicale foraminotomie
• Cervicale laminectomie
• Cervicale laminoplastie
• Cervicale spinaal kanaal stenose
• Charcot voet (Diabetesvoet)
• Correctiegipsen bij klomvoeten (Ponseti-methode)
• Coxartrose (Heupartrose)
• Cubitaal tunnelsyndroom

D

• De Quervain tendinitis
• De Quervain tendinitis operatie
• Dennis-Brown orthese
• Developmental dysplasia of the hip (DDH) (Heupdysplasie)
• Diabetesvoet
• Discus hernia
• Duimbasisartrose
• Dupuytren (Ziekte van Dupuytren)
• Dupuytren-chirurgie
• Dwarslaesie

E

• Elleboogartrose
• Elleboogoverbelasting (Overbelasting elleboog)
• Enkelartrose
• ESWT bij peesoverbelasting (Extracorporele shockwave therapie bij peesoverbelasting)
• Extensor of flexor tendinopathie (Overbelasting elleboog)
• Extracorporele shockwave therapie bij peesoverbelasting

F

• Fasciitis plantaris (Hielspoor)
• Femoro-acetabulair impingement (FAI) (Heup-impingement)

G

• Gescheurde kruisband van knie
• Geïnfecteerde heupprothese
• Golfelleboog (Overbelasting elleboog)

H

• Haglundse-exostose (Syndroom van Haglund)
• Hallux rigidus
• Hallux valgus
• Hamerteen en klauwteen
• Hernia (Discus hernia)
• Heup-impingement
• Heupartroscopie (Artroscopie heup)
• Heupartrose
• Heupartrose verminderen of voorkomen
• Heupdysplasie
• Heupinfiltratie
• Heupprothese
• Heupprothese via direct anterieure approach (DAA) (Spiersparende heupprothese)
• Hielspoor
• Holvoet

I

• Idiopathische avasculaire necrose (Avasculaire necrose heup (AVN))
• Ilizarov-fixatie (Ilizarov-methode)
• Impingement van schouder
• Interlaminaire decompressie
• Ischias

J

K

• Kienböck
• Klauwteen (Hamerteen en klauwteen)
• Klompvoeten
• Knieartrose
• Knieprothese
• Knieschijfontwrichting (Patellaluxatie)
• Kraakbeenletsels van de knie
• Krakende heup (Verspringende heup)
• Kruisband knie gescheurd (Gescheurde kruisband van knie)
• Kyfose (Scoliose bij volwassenen)
• Kyfose (Scoliose bij kinderen)

L

• Labrumscheur
• Lage rugpijn (Rugpijn)
• Lumbale artrodese (Lumbale fusie)
• Lumbale discushernia (Discus hernia)
• Lumbale foraminale stenose
• Lumbale fusie
• Lumbale laminectomie
• Lumbale spinaal kanaal stenose

M

• Mediaal tibiaal stress syndroom (Stressfractuur scheen- of kuitbeen)
• Meniscectomie
• Meniscusscheur

N

• Nekpijn, chronisch en niet-specifiek (Niet-specifieke chronische nekpijn)
• Nervus ulnaris neuritis (Cubitaal tunnelsyndroom )
• Niet-specifieke chronische nekpijn
• Niet-specifieke chronische rugpijn

O

• Olecranon bursitis
• Open chirurgische heupluxatie
• Open subacromiale decompressie (Acromioplastie)
• Open surgical dislocation (OSD) of the hip (Open chirurgische heupluxatie)
• Osteonecrose van heup (Avasculaire necrose heup (AVN))
• Overbelasting achillespees
• Overbelasting elleboog

P

• Patellaluxatie
• Peri-acetabulaire osteotomie (PAO)
• Periostitis (Stressfractuur scheen- of kuitbeen)
• Periprothetische infectie (Geïnfecteerde heupprothese )
• Pes planus (Platvoet)
• Plaat en schroef osteosynthese
• Platvoet
• Polsartrose
• Polscyste
• Polscyste verwijderen
• Ponseti-methode (Correctiegipsen bij klomvoeten (Ponseti-methode))
• Posterieure (occipito) cervicale fusie
• Posterieure lumbale fusie (PLF) (Lumbale fusie)
• Posterieure lumbale interbody fusie (PLIF) (Lumbale fusie)
• Precice intra-medullaire verlengingssysteem
• Prosthetic joint infection (PJI) (Geïnfecteerde heupprothese )

Q

R

• Reconstructie voorste kruisbanden knie
• Retrolisthesis (Spondylolisthesis)
• Rhizartrose (Duimbasisartrose )
• Rotator cuff calcificatie
• Rotator cuff scheur
• Rugpijn
• Rugpijn, chronisch en niet-specifiek (Niet-specifieke chronische rugpijn)

S

• Schouderinklemming (Impingement van schouder)
• Schouderinstabiliteit
• Sciatica (Ischias)
• Scoliose bij kinderen
• Scoliose bij volwassenen
• Shin splints (Stressfractuur scheen- of kuitbeen)
• Slijmbeursontsteking elleboog (Olecranon bursitis)
• Snapping hip (Verspringende heup)
• Spiersparende heupprothese
• Spinaal kanaal stenose
• Spondylolisthesis
• Spondylolyse
• Springvinger
• Springvinger operatie
• Stressfractuur femurhals
• Stressfractuur scheen- of kuitbeen
• Stressfractuur voet
• Syndroom van Haglund

T

• Tailor’s bunion (Bunionette)
• Talipes equinovarus (Klompvoeten)
• Taylor Spatial Frame (TSF)
• Tennis- of golfelleboog operatie
• Tenniselleboog (Overbelasting elleboog)
• Transforaminale lumbale interbody fusie (TLIF) (Lumbale fusie)
• Trigger finger (Springvinger)

U

• Ulnar superficial slip resection (USSR) (Springvinger operatie)

V

• Verspringende heup
• Voetballersenkel (Anterieure enkelimpingement )

W

X

Y

Z

• Zenuwwortelpijn arm (Brachialgie)
• Ziekte van Dupuytren
• Zijdelingse lumbale interbody fusie (DLIF) (Lumbale fusie)