UZ Leuven verbruikt evenveel aardgas als 17% van de Leuvense gezinnen samen (~8.500 gezinnen).
Gasverbruik verminderen
De afgelopen jaren werd er sterk ingezet op de reductie van het gasverbruik.
Op alle campussen zijn de verwarmingsinstallaties aanzienlijk verbeterd:
- In campus Pellenberg werd in 2018 een gasketel voorzien voor de oude gebouwen die minder uitstoten dan de oudere stookolieketels. In de therapietoren zorgt een warmtepomp voor de gelijktijdige opwekking van warmte en koeling en springen de zuinige gasketels enkel bij wanneer nodig.
- In campus Sint-Rafaël werd de oude grote stookplaats gesloten in 2020 en vervangen door efficiënte gasketels op maat van de overblijvende gebouwen.
- In campus Gasthuisberg wordt sinds 2020 in het logistiek platform de stoom op meer voor afwasmachines en kookketels (meer dan 100°C) veel efficiënter aangemaakt via afzonderlijke stoominstallaties. Ook kon de temperatuur van onze stookplaats (het heetwaternet) verlaagd worden van 145°C naar 90°C. Zo bespaarden we ca. 1.750.000 kWh aardgas. Met andere woorden: het gebruik van 133 Leuvense gezinnen.
Keuze voor alternatieven
Het ziekenhuis is volop bezig met de overgang van aardgasketels naar warmtepompen, hetgeen nodig is voor de evolutie richting fossielvrije gebouwen.
Bovendien werd in 2013 gestart met uitwerking en installatie van de koude-warmte-opslag (KWO).
Zodra het KWS-systeem volledig in werking is, kan hiermee het gasverbruik van de UZ Leuven-gebouwen op campus Gasthuisberg met 18% gereduceerd worden.
Zo werkt een KWO-installatie
Een KWO-installatie bestaat uit een aantal koude en warme bronnen, die met behulp van terrein- en gebouwleidingen met elkaar verbonden worden.
- In de zomer wordt, als er vraag is naar koeling, koud grondwater (ongeveer 6°C) uit de koude bron opgepompt. Het grondwater wordt door een warmtewisselaar geleid en staat zijn koude af aan het watercircuit. De koude in dit watercircuit kan op allerlei manieren gebruikt worden voor koeling. Het opgewarmde grondwater wordt in de tweede put, de warme bron geïnjecteerd. Zo wordt warmte in de bodem opgeslagen.
- In de winter wordt, als er behoefte is aan verwarming, het opgeslagen warme grondwater weer uit de warme bron (ongeveer 17°C) gepompt. Via dezefde warmtewisselaar wordt de warmte van het grondwater afgegeven aan het watercircuit, waar het kan worden benut voor verwarming. Het afgekoelde grondwater wordt in de eerste put, de koude bron, geïnjecteerd waardoor er weer koude wordt geladen voor de zomer.
Dit proces maakt het mogelijk om op een efficiënte en duurzame manier energie te gebruiken voor verwarming en koeling, waardoor KWO-systemen een milieuvriendelijk alternatief zijn voor traditionele verwarmings- en koelsystemen.