Energie en klimaat: kader en beleid

UZ Leuven dient als energie-intensieve onderneming aan diverse energiewetgevingen te voldoen.

Voor bestaande gebouwen is voornamelijk het 4-jaarlijkse energieplan een structureel houvast in de zoektocht naar energiebesparende maatregelen.

Voor nieuwe gebouwen wordt, naast de gebruikelijke EPB-wetgeving (EnergiePrestatie en Binnenklimaat) en milieuvergunnings- en eventuele VIPA-eisen, meestal ook een energiestudie opgemaakt waarbij extra aandacht besteed wordt aan energiezuinigheid en duurzaamheid. 

De uitgebreide CO2-emissierapportage maakt duidelijk waar de CO2-emissies ten gevolge van fossiele brandstoffen veroorzaakt worden.

De voorbije jaren zijn verschillende nieuwe energiewetgevingen (EPC NR, zonnepanelenverplichting, gewijzigde vergunningsvoorwaarde ...) gepubliceerd en die verschillende duurzaamheidsprojecten op verschillende fronten doen ontstaan. Hoe deze wetgevingen, samen met de Masterplannen op onze campussen zullen zorgen voor een duurzaam fossielvrij gebouwenpark, wordt verder uitgewerkt in de klimaatroadmap richting 2050.  

De energiedoelstellingen voor publieke en niet-residentiële gebouwen werden de laatste jaren onder invloed van Europese richtlijnen verder verscherpt door de Vlaamse overheid. Zo is er een nieuwe verplichting tot opmaak van een energieprestatiecertificaat voor niet-residentiële gebouwen (EPC-NR), ter vervanging van het vroegere EPC publieke gebouwen.  

Dit EPC omvat enerzijds een energielabel (A tot en met G) dat aangeeft hoe groot het gemeten aandeel hernieuwbare energie is in het totale energieverbruik en anderzijds een theoretische energiescore die een meer gemakkelijke vergelijking tussen gebouwen mogelijk maakt.  

 

Vanaf 1 januari 2030 dient elke grote niet-residentiële gebouweenheid te beschikken over een EPC met een minimaal energielabel E (= minimaal 10 % hernieuwbare energie). De uiteindelijke doelstelling is naar fossielvrije gebouwen te evolueren tegen 2050. De stapsgewijze verstrenging van het energielabel zal een grote invloed hebben op toekomstige duurzame energieprojecten. 

In 2018 werd het beleidsplan opgesteld en goedgekeurd op het bestuurscomité voortbouwend op de volgende elementen:  

  • De jaarlijkse vaststellingen uit het energiejaarverslag.
  • De energieplannen van de drie campussen (Gasthuisberg, Pellenberg en Sint-Rafaël). Dergelijk energieplan omvat een lijst maatregelen die het specifieke energieverbruik van de bestaande gebouwen kunnen verminderen.  
  • Het Masterplan voor energievoorziening is opgesteld voor toekomstige gebouwen. Dit plan heeft als doel om de energievoorziening van campus Gasthuisberg tijdig te vernieuwen en uit te breiden, zodat nieuwe gebouwen en renovaties kunnen worden aangesloten. In 2022 werd het plan herzien om de uitfasering van fossiele brandstoffen te benadrukken in plaats van alleen efficiënter gebruik ervan. 
  • Per bouwproject wordt aanvullend aan het kader van het Masterplan energie een energiestudie opgesteld. 

Alle genomen initiatieven van het uitgewerkt beleidsplan dragen bij aan oplossingen voor de wereldwijde klimaatproblematiek en volgen de principes van de Trias Energetica die stapsgewijze leiden naar een efficiënter energieverbruik door:  

  1. het verlagen van de energievraag  
  2. het maximaal gebruikmaken van duurzame energie  
  3. het uitfaseren van fossiele brandstoffen 

Het beleidsplan 2018 stelde als doel om, ondanks een verwachte stijging van de vloeroppervlakte met 20%, een daling van 17% in de CO2-uitstoot in vergelijking met 2017 te realiseren.  

Hoewel de nieuwbouwwerken en verbouwingen nog niet allemaal klaar zijn, blijkt dat vooropgestelde daling van 17% wel reeds gehaald werd. In 2023 werd reeds een daling van 24% gerealiseerd, ondanks de stijging in vloeroppervlakte. 

Nog sterker zijn de cijfers bekeken over de laatste 15 jaar. Ten opzichte van 2007 daalde de CO2-uitstoot met liefst 46% (quasi halvering) terwijl de oppervlakte gedurende die periode is toegenomen met 34%

Laatste aanpassing: 9 juli 2024