Afspraken
-
Een afspraak inplannen kan enkel na doorverwijzing door de huisarts of een externe specialist
-
+32 16 34 66 85 - werkdagen van 8 tot 16 uur
Symptomen
Peniskanker begint vaak met een verandering van de huid van de penis:
- Zichtbaar of voelbaar letsel (rode plek, wrat of zweer)
- Meestal op de voorhuid of de eikel
- Meestal pijnloos en geneest niet
Andere mogelijke symptomen zijn:
- Pijn aan de penis
- Etterige afscheiding
- Korstjes of rode uitslag onder de voorhuid of op de eikel
- Steeds terugkerende ontsteking van de eikel
- Bloedverlies
In een later stadium kunnen ook volgende symptomen aanwezig zijn:
- Problemen bij het plassen en obstructie
- Vermoeidheid
- Weinig eetlust
- Gewichtsverlies
- Botpijn
Wees er snel bij
Raadpleeg direct uw arts bij veranderingen of niet-genezende wondjes op de penis. Het vroeg ontdekken van peniskanker kan uitgebreide behandelingen voorkomen.
Jammer genoeg hangt er rond afwijking als een wratje, zweertje of wondje op de penis vaak nog een taboe en ervaren sommige mensen een gevoel van schaamte. Het duurt daardoor vaak lang voordat mannen naar een arts gaan en een diagnose krijgen, waardoor ze met vervelende klachten blijven rondlopen.
Risicofactoren
Er zijn verschillende factoren die het risico op peniskanker verhogen. Niet iedereen met deze factoren zal peniskanker krijgen, maar ze verhogen de kans dat je de ziekte krijgt.
Infectie met het humaan papillomavirus (HPV)
Een van de belangrijkste risicofactoren voor peniskanker is een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Het HPV kan verschillende vormen van kanker veroorzaken. De bekendste en meest voorkomende vorm is baarmoederhalskanker, maar ook minder bekende vormen, zoals peniskanker, kunnen door dit virus veroorzaakt worden.
HPV kan doorgegeven worden door huid-op-huidcontact tijdens seksuele activiteiten. Ruim 80% van alle mensen die seksueel actief zijn, wordt vroeg of laat besmet met HPV. Er is geen bewijs dat er partners van iemand met peniskanker een hogere kans hebben op het krijgen van baarmoederhalskanker of keelkanker.
Vernauwde voorhuid
Een andere risicofactor voor peniskanker is een vernauwde voorhuid, waardoor je de eikel niet goed kan schoonmaken. Je loopt dan meer risico op een chronische of steeds terugkerende ontsteking van de voorhuid en/of de eikel.
Overige risicofactoren
Overige risicofactoren voor peniskanker zijn:
- Roken
- Obesitas
- Bepaalde huidaandoeningen zoals lichen sclerosus
- Blootstelling aan PUVA-therapie
Onderzoeken en diagnose
Bij (vermoeden van) deze aandoening voeren we een of meerdere onderzoeken uit.
Bijkomende onderzoeken na diagnose van peniskanker
Als er bij u peniskanker is vastgesteld, worden er eventueel nog bijkomende onderzoeken uitgevoerd.
De stadia van peniskanker
Om de vooruitzichten in te schatten en een behandeling voor te stellen delen artsen kanker in verschillende stadia. Het stadium wordt bepaald door waar de tumor zit, hoe groot deze is, of hij is doorgegroeid in ander weefsel, en of er uitzaaiingen zijn.
Voorstadium
Kanker ontstaat niet van de ene dag op de andere, maar groeit meestal van enkele abnormale cellen (voorstadium) tot een zichtbare of voelbare zwelling of tumor, ook PeIN genoemd (peniele intra-epitheliale neoplasie). De meeste PeIN-letsels bevinden zich op de eikel en de voorhuid.
Het is begrijpelijk dat mensen schrikken als er sprake is van een ‘voorstadium van kanker’, maar een voorstadium van kanker hebben betekent niet altijd dat je kanker krijgt.
Ongeveer 30% van de patiënten krijgt peniskanker wanneer PeIN onbehandeld blijft, waardoor een behandeling van PeIN dus aangeraden is.
Na de behandeling van PeIN zal ongeveer 2 tot 13% van de patiënten alsnog peniskanker ontwikkelen.
De TNM-classificatie
Wanneer er zich peniskanker ontwikkelt, gebruiken artsen een tumorclassificatiesysteem om het stadium te bepalen: de TNM-classificatie.
Op basis van het lichamelijk onderzoek en de beeldvormende onderzoeken (bv. echografie, PET-CT scan) en het weefselonderzoek (biopsie) krijgt elk onderdeel een getal. Hoe hoger het getal, hoe uitgebreider de ziekte.
Uitzaaiing van peniskanker
Soms kunnen kankercellen zich verspreiden vanaf de plek waar de tumor ontstaan is naar andere delen van het lichaam. Dit wordt uitzaaiing genoemd, ook wel metastase.
Of en wanneer peniskanker uitzaait, hangt af van hoe agressief de tumor is en hoe lang het duurt voor deze wordt ontdekt. Uitzaaiingen komen vaker voor als de tumor dieper in de penis groeit, omdat er dan meer contact is met bloedvaten en lymfeklieren, waardoor de kankercellen zich makkelijker kunnen verspreiden.
Meestal verspreidt peniskanker zich eerst naar de lymfeklieren in de lies en vervolgens naar andere delen van het lichaam via de lymfevaten. In zeldzame gevallen kunnen de kankercellen zich verspreiden naar andere organen, zoals de longen en botten, maar dit gebeurt meestal pas in een vergevorderd stadium van de ziekte.
Behandeling van uitzaaiing
Soorten peniskanker
Behandelingen
Na de diagnose kiest u samen met uw naasten, in overleg uw arts en andere leden van het medische team, de beste behandeling voor u. Het doel van de behandeling is om de kanker volledig te verwijderen en, indien mogelijk, zo veel mogelijk van de penis te behouden rekening houdend met het stadium en verspreiding van de kanker.
Opvolging na behandeling
Na de behandeling wordt je nog een tijdje opvolgen om te controleren of de behandeling heeft gewerkt en of de ziekte terugkomt (follow-up).
Tijdens deze opvolging zul je regelmatig het ziekenhuis bezoeken en worden verschillende onderzoeken uitgevoerd: een lichamelijk onderzoek van de penis en de liezen plaatsvinden, met eventueel bijkomend een echografie van de liezen. Een biopsie zal afgenomen worden indien er verdachte afwijkingen zijn. Indien de ziekte zich verder in het lichaam verspreid heeft is een PET-CT scan nodig.
Hoe vaak moet je opgevolgd worden?
Dit hangt af van je situatie en wordt besproken met je arts. Meestal ga je de eerste 2 jaar elke 3 maanden op controle. Daarna wordt dit vaak verminderd tot elke 6 maanden tot 5 jaar na de operatie. Nadien is opvolging meestal niet meer nodig.
Het is belangrijk om eventuele klachten of zorgen tijdens de opvolgingen te bespreken, zoals problemen met seksualiteit, pijn, of vermoeidheid. Ook als je tussen de afspraken door klachten hebt, is het belangrijk om dit met je zorgverlener te bespreken.